Steenwijk 1 met één voet op het Podium
Door een zwaarbevochten overwinning op Schaakwoude 2 heeft het eerste team van de schaakclub Steenwijk de leiding genomen in de eerste klasse van de FSB.
Jon Derks, die als chauffeur van één van beide auto’s onderweg naar Damwoude op dwaalwegen geraakt was, zodat vier van de Steenwijkers wat te laat arriveerden, liet zich in zijn partij niet van het rechte pad afbrengen. Omdat ook zijn tegenstander behoedzaam manoeuvreerde bleven de linies gesloten en werd, met voor beiden de koning, de dame, twee torens en acht pionnen op het bord tot remise besloten. Voor hij het remise-aanbod van zijn tegenstander accepteerde had Jon nog even naar de stellingen op de andere borden gekeken en daarbij was hij tot de conclusie gekomen dat het 4½ - 3½ zou worden voor Steenwijk.
Wolter Visscher kreeg van zijn tegenstander in een Schotse opening een paar zetten cadeau doordat die een paard naar een veld speelde vanwaar het onmiddellijk weer verjaagd kon worden. Het initiatief dat Wolter daardoor kreeg leverde op de 18e zet stukwinst op, waarmee de partij beslist was. Ook Auke van Urk speelde Schots, maar koos voor de gambietvariant die als het Göring-gambiet te boek staat. Zijn tegenstander weigerde de aangeboden pion, maar stelde zich vervolgens te passief op. Auke kreeg een geweldige aanvalsstelling, die rond de tijdcontrole op de 35e zet in mat of damewinst resulteerde. Dat was dus 2½ - ½ voor Steenwijk. Waheeb Qatina was ondertussen in een Spaanse opening wat minder komen te staan, maar hij had het nog lang vol kunnen houden als hij niet in een vlaag van schaakblindheid een vol paard had laten instaan. Met nog vier lopende partijen was het nu dus 2½ - 1½ voor Steenwijk. En omdat die vier partijen alle vier in remise eindigden kreeg Jon Derks dus gelijk met zijn voorspelling. Maar dat die vier partijen in remise eindigden mocht wel een wonder heten. Dat gold niet zozeer voor de partij van Marcus Pliester. Daar bleef de stelling gedurende de hele partij in evenwicht. Er resulteerde uiteindelijk een eindspel met dame + loper + 6 pionnen voor Marcus tegen dame + paard + 6 pionnen voor zijn tegenstander. Marcus had weliswaar “slechte” loper (een loper op de kleur van zijn eigen pionnen) , maar omdat hij actief met zijn dame bleef opereren werd dat nadeel gecompenseerd. In een vreemde partij had de tegenstander van Bert van Steenbergen op de 8e zet een paard op f8 en op g8 geposteerd. Daar bleven ze een zet of 15 staan en daarna wist zwart toch nog kort te rokeren. Tussendoor had zwart de kwaliteit geofferd voor een pion en enig initiatief. Toen Bert met wit daarna een stuk verspeelde ontstond er een eindspel waarin Bert een toren had tegen twee paarden met wederzijds nog wat pionnen. Dat eindspel bood geen van tweeën nog winstkansen, weer een remise dus. Aan bord 8 had Ingrid Jansen te maken met twee tegenstanders. De ene, die van Schaakwoude kon zij de baas, maar de andere, de tijd, was een groter probleem. De tijdcontrole op de 35e haalde ze nipt, met een duidelijk betere stelling. De 15 minuten die ze daarna toegemeten kreeg om de partij uit te spelen bleken echter te krap. In een totaal gewonnen stand, maar met nog maar enkele seconden op de klok bood ze remise aan en dat werd geaccepteerd, 4-3 voor Steenwijk dus met nog één partij aan de gang. Dat was de partij van Frans van Emst. Die had met wit in de opening een belangrijk pionnetje verspeeld, maar had daarvoor wel druk op de e-lijn gekregen, waar de niet gerokeerde koning van zijn tegenstander stond. Die druk werd geleidelijk aan geneutraliseerd en toen zijn tegenstander kans zag twee stukken te geven in ruil voor een toren en een hele rij pionnen zag het er somber uit voor Frans, die ook nog eens krap in zijn bedenktijd zat. Frans kon niets anders doen dan de zwarte koning met dameschaakjes achtervolgen. Zijn tegenstander zag daarbij de reddende zet over het hoofd en liet driemaal dezelfde stelling op het bord komen, daarmee Frans en de schaakclub Steenwijk het halve puntje schenkend dat nodig was voor de 4½ - 3½ winst.
Gedetailleerde uitslag :
Henk van der Heide – Auke van Urk 0 – 1
Gerke Ros – Jon Derks ½ - ½
Henk Broersma – Bert van Steenbergen ½ - ½
Wopke Brandsma - Marcus Pliester ½ - ½
Catrines Veenstra - Wolter Visscher 0 - 1
Gerben van der Heide – Waheeb Qatina 1 - 0
Bauke Vroom – Frans van Emst ½ - ½
Pieter van Kammen – Ingrid Jansen ½ - ½
Jon Derks, die als chauffeur van één van beide auto’s onderweg naar Damwoude op dwaalwegen geraakt was, zodat vier van de Steenwijkers wat te laat arriveerden, liet zich in zijn partij niet van het rechte pad afbrengen. Omdat ook zijn tegenstander behoedzaam manoeuvreerde bleven de linies gesloten en werd, met voor beiden de koning, de dame, twee torens en acht pionnen op het bord tot remise besloten. Voor hij het remise-aanbod van zijn tegenstander accepteerde had Jon nog even naar de stellingen op de andere borden gekeken en daarbij was hij tot de conclusie gekomen dat het 4½ - 3½ zou worden voor Steenwijk.
Wolter Visscher kreeg van zijn tegenstander in een Schotse opening een paar zetten cadeau doordat die een paard naar een veld speelde vanwaar het onmiddellijk weer verjaagd kon worden. Het initiatief dat Wolter daardoor kreeg leverde op de 18e zet stukwinst op, waarmee de partij beslist was. Ook Auke van Urk speelde Schots, maar koos voor de gambietvariant die als het Göring-gambiet te boek staat. Zijn tegenstander weigerde de aangeboden pion, maar stelde zich vervolgens te passief op. Auke kreeg een geweldige aanvalsstelling, die rond de tijdcontrole op de 35e zet in mat of damewinst resulteerde. Dat was dus 2½ - ½ voor Steenwijk. Waheeb Qatina was ondertussen in een Spaanse opening wat minder komen te staan, maar hij had het nog lang vol kunnen houden als hij niet in een vlaag van schaakblindheid een vol paard had laten instaan. Met nog vier lopende partijen was het nu dus 2½ - 1½ voor Steenwijk. En omdat die vier partijen alle vier in remise eindigden kreeg Jon Derks dus gelijk met zijn voorspelling. Maar dat die vier partijen in remise eindigden mocht wel een wonder heten. Dat gold niet zozeer voor de partij van Marcus Pliester. Daar bleef de stelling gedurende de hele partij in evenwicht. Er resulteerde uiteindelijk een eindspel met dame + loper + 6 pionnen voor Marcus tegen dame + paard + 6 pionnen voor zijn tegenstander. Marcus had weliswaar “slechte” loper (een loper op de kleur van zijn eigen pionnen) , maar omdat hij actief met zijn dame bleef opereren werd dat nadeel gecompenseerd. In een vreemde partij had de tegenstander van Bert van Steenbergen op de 8e zet een paard op f8 en op g8 geposteerd. Daar bleven ze een zet of 15 staan en daarna wist zwart toch nog kort te rokeren. Tussendoor had zwart de kwaliteit geofferd voor een pion en enig initiatief. Toen Bert met wit daarna een stuk verspeelde ontstond er een eindspel waarin Bert een toren had tegen twee paarden met wederzijds nog wat pionnen. Dat eindspel bood geen van tweeën nog winstkansen, weer een remise dus. Aan bord 8 had Ingrid Jansen te maken met twee tegenstanders. De ene, die van Schaakwoude kon zij de baas, maar de andere, de tijd, was een groter probleem. De tijdcontrole op de 35e haalde ze nipt, met een duidelijk betere stelling. De 15 minuten die ze daarna toegemeten kreeg om de partij uit te spelen bleken echter te krap. In een totaal gewonnen stand, maar met nog maar enkele seconden op de klok bood ze remise aan en dat werd geaccepteerd, 4-3 voor Steenwijk dus met nog één partij aan de gang. Dat was de partij van Frans van Emst. Die had met wit in de opening een belangrijk pionnetje verspeeld, maar had daarvoor wel druk op de e-lijn gekregen, waar de niet gerokeerde koning van zijn tegenstander stond. Die druk werd geleidelijk aan geneutraliseerd en toen zijn tegenstander kans zag twee stukken te geven in ruil voor een toren en een hele rij pionnen zag het er somber uit voor Frans, die ook nog eens krap in zijn bedenktijd zat. Frans kon niets anders doen dan de zwarte koning met dameschaakjes achtervolgen. Zijn tegenstander zag daarbij de reddende zet over het hoofd en liet driemaal dezelfde stelling op het bord komen, daarmee Frans en de schaakclub Steenwijk het halve puntje schenkend dat nodig was voor de 4½ - 3½ winst.
Gedetailleerde uitslag :
Henk van der Heide – Auke van Urk 0 – 1
Gerke Ros – Jon Derks ½ - ½
Henk Broersma – Bert van Steenbergen ½ - ½
Wopke Brandsma - Marcus Pliester ½ - ½
Catrines Veenstra - Wolter Visscher 0 - 1
Gerben van der Heide – Waheeb Qatina 1 - 0
Bauke Vroom – Frans van Emst ½ - ½
Pieter van Kammen – Ingrid Jansen ½ - ½