Koplopers doen goede zaken

Aan de tafel met de kandidaten voor het clubkampioenschap  deden Jon Derks en Auke van Urk goede zaken. Om  te blijven mee doen moest Jon winnen, en daarom zette hij de partij tegen Jan de Smidt scherp op. Zijn achter het bord bedacht gambiet klopte echter niet en Jan kon de activiteit van de witte stukken vrij gemakkelijk ontregelen.  Dat  hij daarna i.p.v. dames te ruilen een tweede pion snoepte werd hem fataal. Jon kreeg in één klap damewinst of mat aangeboden, en dus gaf Jan maar op. Nog op tijd thuis voor de tweede helft van een andere wedstrijd. Michiel Rensen moest ook winnen van koploper Auke om in de race te blijven. Op de 5e zet al sloeg de vlam in de Pirc-pan met schijnoffers  van zwart  op e4 en wit  op f7.  Auke liet de kans  om de witte  koningsstelling te verzwakken lopen, en zo kwam er een gecompliceerde stelling op het bord. In de overtuiging de pion direct terug te krijgen offerde Michiel  er een, maar een zwarte tussenzet in het centrum gooide roet vin het eten. Auke won ten koste van wat pionnen een kwaliteit,  en Michiels verzwakte  koningsstelling kwam  zodanig onder vuur van het zwarte batterij Dc6 /Lb7 dat de problemen onoverkomelijk werden. Winst dus voor Auke die daarmee zijn positie halverwege de play-offs versterkte. Henk van Dijk en Jon Derks  volgen op 1 punt achterstand, beiden met 3,5 uit 5.

Jaap van der Hulst verdedigde in de Lentecompetitie zijn leidende positie met verve. Tegen het f4 van Frans van Emst koos hij het Fromm's gambiet met paard naar e2. Enige minder resolute zetten van Frans  gaven Jaap de gelegenheid  het loperbatterij op te stellen en de flankpionnen g5 en h4 te laten oprukken. Wit moest uiteindelijk een paard geven voor een pion toen ook de f-pion nog opdook, terwijl zijn koning zich achter de linies in veiligheid  trachtte te brengen. Uiteindelijk bracht de al vroeg geopende e-lijn  Frans alsnog opluchting, doordat een schaakdreiging Jaaps andere vrijpion deed tenietgaan. Toen was het tijd voor remise.  Wolter Visscher zette voort  met zijn opmars naar de top. In een gesloten Siciliaan voltooiden beide spelers eerst de ontwikkeling en daar Wolter vreesde voor de koningsaanval van wit , besloot hij te gokken op opening van het centrum. Toen Yun-Che daarop niet optimaal reageerde, behaalde Wolter materiaalvoordeel en kon hij de partij naar zich toetrekken. Bert Dassen blijft met een gelijk spel tegen Roelof Kreulen ook meedoen voor de titel. In een damegambiet  bouwde hij  een aanval op met  een gluiperige val voor de dame. Die val onderkende Roelof maar de afweer kostte hem wel een loper. Bert overschatte daarna zijn voordeel en stak te veel materiaal  in een aanval die niet doorsloeg.  Tijd voor remise. Ook Pieter van der Zee bereikte de honderdpuntengrens met een overwinning op Ingrid Jansen.  Pieter accepteerde een dubbelpion op de koningsvleugel, in ruil voor het vastzetten van Ingrids stukken op de damevleugel. Na een taai middenspel kreeg Pieter initiatief en de pion op b7. De daarmee verkregen  open lijn bleek doorslaggevend  toen Ingrid in tijdnood nog een pion weggaf.  Oeds Dijkstra werd de plaaggeest van Charrel Brandenburg. Deze rokeerde te laat en dat kostte 2 pionnen. In het eindspel bleken de dame en loper van Oeds op de diagonaal ijzersterk, en toen na dameruil  Oeds door promotie een nieuwe dame haalde was het uit. Gerrit Schoenmaker en John Folkers  speelden een damegambiet waarin het lange tijd gelijk op ging. In het eindspel met toren en elk 2 randpionnen  kwam John  in de problemen omdat zijn koning na afruil van torens en h-pionnen  niet tijdig terug kon komen bij de a-pion.  Olivier Vernooy en Jaap de Goede wonnen reglementair omdat  de meivakantie Dimitri en Jelmer parten speelde.