Het wonder van Akkrum

Never change a winning team, dat zei Jon Derks, teamcaptain van het eerste team, toen de  opstelling van het bekerviertal voor de 2e ronde van de FSB-beker ter sprake kwam. Het viertal Auke, Henk, Marcus en Michiel dat een benauwde 2½-1½ overwinning had behaald op tweedeklasser Bakkeveen trad dus ook aan tegen eersteklasser Philidor. Ook die wedstrijd werd met 2½-1½ gewonnen, waarmee de halve finale bereikt was, waarin we tegen Schaakwoude waren ingedeeld. Omdat veel spelers van Schaakwoude 1 - net als Dick Stavast bij ons - in een KNSB-team uitkomen en dus niet speelgerechtigd zijn voor de beker had Schaakwoude maar één speler bij zich uit het team dat een paar weken eerder ons eerste achttal kansloos verslagen had. Door een 3-1 overwinning werd de finale bereikt, waarin we tegen Sneek 2 moesten dat topfavoriet Emmeloord in de halve finale geklopt had.
De wedstrijd werd op neutraal terrein gespeeld, in Akkrum. 
Aan bord 1 kwam Auke al snel in de problemen tegen Jouke Bakker. Hij bracht (dacht hij) een tijdelijk pionoffer in een Franse opening, maar toen Jouke die pion hardnekkig bleef verdedigen had Auke genoegen moeten nemen met een pion minder, maar wel enige compensatie in de stelling. Door te lang op het terugwinnen van de pion te spelen bracht hij zijn eigen kansen om zeep , verloor een aantal pionnen en blunderde in verloren stelling ook nog eens een toren weg.
Op de overige drie borden was op dat moment ook weinig hoopvols te zien. 
Zo stond Marcus (wit) aan bord 3 tegen Wim Ykema. Wim dacht eenvoudig te kunnen winnen door met zijn koning naar b5 te gaan. Als wit dan op a2 neemt, ruilt zwart de torens, loopt met zijn koning achterom, eet de witte pionnen op en wint. Een fatale misrekening! Een tijdje later stond het zo (wit aan zet):


Ik weet niet of Wim toen al zag wat hij had aangericht, maar het probleem voor zwart is duidelijk, de witte d-pion heeft een vrije doortocht , terwijl zwart om te kunnen promoveren eerst pion g2 nog zal moeten opruimen. Had zwart in diagram 1 gekozen voor Ta3, dan houdt hij alle troeven in handen.



Henk van Dijk, onze topscorer met 3 uit 3 had aan bord 2 tegen Selwin Keuning een iets mindere stelling, maar hij had een valletje in de stelling gevlochten . Selwins opzet om met c4 de pionnenstelling van Henk te verzwakken lijkt succes te krijgen :  28 (?)cxd5  Dg7 om met de toren te kunnen nemen op d5, wit moet immers eerst het mat op g2 dekken.   29. Tg3?? Maar niet zo, na 29…..Dxg3 gaf wit op. 

Dat was dus 4 uit 4 voor Henk en 2-1 voor Steenwijk, met alleen de partij van Michiel aan bord 4 nog in volle gang.

Of het nu precies zo stond weet ik niet, in ieder geval was het zo dat Michiel met zwart een pionnetje achtergeraakt was. Zijn tegenstander Erwin Denissen had wat zitten manoeuvreren zonder veel vooruitgang te boeken, maar met het idee dat de andere partijen zo goed stonden dat dat voldoende zou zijn voor bekerwinst. Door de resultaten aan bord 2 en 3 was het perspectief echter drastisch veranderd, hij moest winnen om op die manier een vluggertjesmatch te bereiken. Maar op winst spelen in zo’n stand betekent risico’s nemen, veel tijd was er ook niet meer . Michiels stukken  kwamen uit hun passieve posities, er werden wat torens geruild, er gingen wat witte pionnen verloren en in een dame-eindspel, waarin de witte dame op d6 stond en de witte koning aan allerlei schaakjes was blootgesteld probeerde die koning via de damevleugel aan eeuwig schaak te ontsnappen, maar toen hij na een dameschaakje op b2 van b4 naar a5 ging betekende Db5± bekerwinst voor Steenwijk.