DERDE RONDE

In de derde ronde van de onderlinge schaakcompetitie  werden negen partijen gespeeld.  Een aantal deelnemers zijn op vakantie of zijn nog niet in de juiste herfststemming. Olivier Vernooy  behaalde een knappe remise tegen good-old Roelof Kreulen, nadat hij warempel  een  volle toren vóór kwam maar met die weelde niet goed raad wist en  het voorstel tot puntdeling maar accepteerde.  Jelmer de Goede trok ten aanval tegen Gerald Bouw, maar deze  verschalkte een ingesloten  vijandelijke loper en  gaf daarna de winst niet meer uit handen. De andere jongeling, Dimitri Delsman,  werd verrast door  de g4-opening  van Martinus Scheeringa.  Ontsluiting van de h-lijn leverde niets op en wit kwam in het voordeel  na kwaliteitswinst.  Nadat Martinus pardoes een toren weggaf  nam Dimitri  het  initiatief  over  en  toen dameruil niet langer te vermijden was  schoof  Dimitri uit naar winst.  Knap eindspel !  Jan de Smidt boekte zijn derde overwinning, ditmaal  ten koste van voormalig koploper Gerrit Schoenmaker.  In het Russisch  speelde Gerrit niet de beste voortzetting en  Jan greep zijn kans op de damevleugel.  Toen  Gerrit een stuk verloor zonder compensatie en later ook nog eens een toren dreigde te verliezen, gaf hij er de brui aan.  Wolter Visscher trakteerde Henk van Dijk in een Philidor  op het klassieke loperoffer op f7  ten faveure van enkele pionnen.   Hoe het daarna verder moest  naar een gewonnen eindspel werd niet  meer duidelijk  want  wits remiseaanbod werd door Henk aangenomen.  Frans van Emst sperelde het Hollands tegen Yun-Che Hu ditmaal eens anders, maar  voordeel  leverde dat niet op.  Na grootscheepse afruil  resteerde een kaalgeslagen middenveld en dreigingen  van zwart, die nog  juist konden worden opgevangen, waarna de  vrede werd getekend met remise.   In de Slavische afruilvariant van Jon Derks en Dick Stavast  was het voor beide spelers lastig de stukken naar de juiste velden te  dirigeren.  Wit besloot met zijn damevleugelpionnen op te  rukken, maar  na afruil van de torens bleken die toch wel erg zwak. Eén ging verloren en daarna resteerde een voor  Dick gewonnen eindspel.  Oeds Dijkstra dreigde ondanks  een pion achterstand in  het eindspel  het eerst te promoveren, maar  Geert Duiven  trok het initiatief toch  weer naar zich toe, promoveerde met schaak en dwong zo alsnog de overwinning af waarmee hij  zich knap handhaaft in de top achter Dick Stavast en Jan de Schmidt.   Ingrid Jansen en Jaap van der Hulst speelden een onvervalste doorschuifCaro-Kann.   Zwart rokeerde lang  en wit kort, en ondanks een dreigend loperpaar kwam Ingrid met wit niet verder tegen de secure verdediging van Jaap. Ook een schijnoffer  loste niets op en in gelijke stand werd dan ook tot remise besloten.