Regerend schaakkampioen Auke van Urk verliest zicht op verlenging titel.

 

Nadat hij in de play-offs om de clubtitel eerder van Marcus Pliester verloor, kreeg Auke van Urk  in de vierde ronde het lid op de neus tegen Henk Wichers. In een Engelse partij sloeg de vlam in de pan nadat Henk op de 14e zet b4 speelde. Na een stukoffer voor 4 pionnen leek hij voldoende materiaal te hebben voor de overwinning, maar zwart had een sterk loperpaar en de aanval. Auke sloeg dan ook het remiseaanbod  af – naar later bleek terecht – om vervolgens in een moment van complete schaakblindheid een volle toren weg te geven. Daarna gaf hij ook direct op. Door deze overwinning klimt Henk Wichers  met 2,5 uit 4 naar de tweede plaats achter Dick Stavast die niet speelde omdat zijn tegenstander Jan Bijker verhinderd was, en de lachende derde is met 3 uit 3.  Henk van Dijk nestelde zich na een  eerdere remise tegen Henk Wichers met een overwinning op Marcus Pliester naast deze met 1,5 uit 4. Zij speelden een Schotse opening, waarin zwart de witte druk goed pareerde maar een pion verspeelde toen hij   te veel risico nam. Toen in het eindspel ook nog zijn loper dodelijk werd gepend gaf Marcus op.

 

In de lendecompetitie verdedigde koploper Roel Kreulen zich tegen Yun-Che Hu met de Aljechin. Yun-Che speelde dankbaar zijn centrumpionnen op en joeg het zwarte paard naar de andere kant van het bord. Hij zag stukwinst over het hoofd, maar ook met het behaalde voordeel van 2 pionnen leek hij op de winst af te stevenen. Roel won echter materiaal terug, en kon afwikkelen naar een gewonnen toreneindspel. Jon Derks won van Gerrit Schoenmaker en zal volgende week de koppositie bestrijden. In een Ben-Oni waagde Gerrit bij nog niet voltooide ontwikkeling een loperoffer. Jon durfde daar zijn vingers nog niet aan te branden en nam genoegen met pionwinst. De stelling bleef daarna ingewikkeld met wederzijdse dreigingen, maar Jon wist zoveel druk te ontplooien dat Gerrit – die inmiddels ook de druk van de tijd ging voelen – stukverlies over het hoofd zag.

Wolter Visscher bleef in de race voor de titel door in de Scheveninger variant van het Siciliaans stand te houden tegen de aanval van Ingrid Jansen, en dat zonder veel tijd te gebruiken. Ingrid deed dat wel en in het eindspel verloor ze (daardoor ?) twee pionnen, waarna ze opgaf. Frans van Emst nam risico op de damevleugel om dichtmetselen van de stelling door Oeds Dijkstra te voorkomen. Toen Oeds niet de c-lijn opende en Frans de d-pion kon doorschuiven kreeg hij een gevaarlijke dreiging over de lange diagonaal. Alhoewel hij niet de sterkste voortzetting koos kreeg hij toch de kans met zijn dame de witte koningspionnen op te ruimen, waarna Oeds geen tegenspel meer kreeg en de vlag streek. Martinus Scheeringa won van Henk Mante  met de h4 en g3 opening, een soort tegengestelde Orang-Oetan. Henk won nog wel een pion maar op de 18e zet liet hij zich verrassen door een paardvork die hem een kwaliteit kostte. Toen dat ruim tien zetten later weer gebeurde, kon Henk nog wat tegensputteren maar ontkwam hij niet meer aan de houdgreep. Jaap van der Hulst droeg de rode lantaarn weer over aan Gerald Bouw.Zelf won hij in een Trompovsky  van Geert Duiven nadat hij diens damevleugel had verzwakt  en Geert verzuimde tijdig lang te rokeren. Gerald verloor van Roelof Kreulen in een Vierpaardenspel  omdat hij een vorkje toeliet dat een stuk kostte. Toen hij even later ook zijn dame verzuimde in veiligheid te brengen was het uit. Dimitri Delsman deed goede zaken met een overwinning op Jaap de Koning. Jaap had met een fraaie combinatie een pion veroverd  en een sterk paard op d5 geposteerd. Toen Jaap vergat dat paard gedekt te houden sloeg Dimitri toe: eerst met paardwinst en aansluitend met mat.