Schakers Sneek te sterk voor Steenwijk
De schakers van Steenwijk staan weer met beide benen op de grond na een pijnlijke 3-5 nederlaag tegen het tweede team van Sneek. Daarmee mocht Steenwijk niet eens ontevreden zijn. De winst van Auke aan bord 1 en de remise van Dick aan bord 2 hadden evengoed twee nullen kunnen zijn. Maar laten we bij het begin beginnen. Jon Derks zette de toon van de avond toen hij na krap twee uur spelen de eerst nul incasseerde. Wellicht iets te beducht voor de reputatie van zijn tegenstander stelde hij zich te passief op en kreeg het deksel op de neus toen hij zich te geforceerd probeerde te bevrijden. Ook Dick Stavast dreigde in recordtempo van het bord te worden gespeeld. Door slordig rekenwerk had hij een pion moeten inleveren, waar als enige compensatie lopers van ongelijke kleur tegenover stonden. Toen alle pionnen op de damevleugel waren geruild bleek dit genoeg te zijn voor remise. Vervolgens gingen drie partijen achter elkaar verloren. Frans van Emst wist in een zijvariant van het Hollands geen vuist te maken, moest lijdzaam toezien hoe zijn tegenstander het centrum in bezit nam en hield het voor gezien toen hij zijn dame moest geven voor twee lichte stukken. In de partij van Stef van Kesteren ging het aanvankelijk gelijk op. Stef ontketende een initiatief op de koningsvleugel, maar na een paar onnauwkeurigheden nam zijn tegenstander het roer over en drong met zijn zware stukken beslissend de gehavende zwarte stelling binnen. Ook in de partij van Henk Wichers ging het mis, maar hier had er wellicht wat meer ingezeten. Henk had een stuk geofferd voor twee pionnen. Een verre pion op b7 belemmerde zwart in zijn bewegingen en verder stonden alle witte stukken optimaal. Maar zijn tegenstander verdedigde zich taai, ruilde uiteraard zoveel mogelijk stukken af om het aanvalspotentieel te verminderen. Een venijnige slotcombinatie van Henk faalde op het nippertje vanwege de ongedekte positie van zijn aanvalsloper. Met deze nul was de nederlaag een feit. Het ging er nu om de schade zoveel mogelijk te beperken. Marcus Pliester haalde een halfje binnen. Toen zijn tegenstander remise aanbood, stond er een ingewikkelde stelling op het bord, waarin nog van alles mogelijk was, maar met een schuin oog op de klok leek het Marcus het beste om het aanbod aan te nemen. Auke van Urk scoorde vervolgens het eerste winstpunt. In de opening had hij een pion verblunderd, waarna zijn stelling een gebrek aan samenhang vertoonde. Toch wist hij zich terug te knokken in de partij. Hij maakte een kwaliteit buit, moest voortdurend op zijn hoede zijn voor twee vijandelijke lopers en besliste de partij met een aardige slotcombinatie. Jan Bijker voegde opnieuw een punt aan zijn inmiddels indrukwekkende score toe. Na de opening had hij wat meer ruimte met kansen op koningsaanval. Toen hij een paard op f6 dreigde te plaatsen, zag zijn tegenstander geen andere mogelijkheid dan om een kwaliteit te offeren. En hoewel de partij bijna honderd zetten duurde, bleek ook in deze partij het overwicht van toren versus loper de beslissende factor.
In de interne competitie werd een vijftal partijen gespeeld. Jaap de Koning was zeer dicht bij een overwinning op Roelof Kreulen. Maar een gewonnen partij ook daadwerkelijk winnen is één van de moeilijkste onderdelen van het schaakspel en dat ondervond Jaap. Hij liet Roelof ontsnappen, die vervolgens zelf onverbiddelijk toesloeg. In de partij tussen Jaap van der Hulst en Gerald Bouw ging het gelijk op tot het moment dat Gerald zijn e-pion opspeelde. Via een paardoffer toonde Jaap aan dat dat opspelen niet deugde. Hij kreeg twee pionnen voor zijn paard en een geweldige koningsaanval die op de 22e zet tot mat voerde. Dimitri Delsman boekte een fraaie overwinning op Ingrid Jansen. Hij marcheerde resoluut met zijn stukken de vijandelijke koningsstelling binnen, nadat Ingrid de stelling in het centrum had geopend. In hevige tijdnood vond Ingrid geen sluitende verdediging. Oeds Dijkstra en Henk Mante bestreden elkaar wederzijds met een koningsfianchetto. Dat er in symmetrische stellingen een hoop venijn kan schuilen, liet Oeds zien nadat Henk zich te passief opstelde. Hij won eerst een toren op a8 en vervolgens de partij. In de partij tussen Gerrit Schoenmaker en Martinus Scheeringa tenslotte trok Martinus aan het langste eind toen hij na aanvankelijk gelijk opgaande strijd via een paardvork de dame van Gerrit wist te winnen.