Auke van Urk breidt repertoire uit

Tegen Auke van Urk kun je in een openingsvalletje trappen, het slachtoffer worden van een onverhoedse schwindle, ten onder gaan in een ziedende mataanval of gewoon positioneel overspeeld worden. Je kunt van de man niet zeggen dat hij je geen ruime keuze laat tussen diverse manieren om ten onder te gaan. De klant is koning bij Auke. Je word gewoon op je wenken bediend. En of de keuzemogelijkheid al niet ruim genoeg was, heeft Auke daar onlangs nog een optie aan toegevoegd : de verstikking. Recentelijk heeft hij met zwart de Hippo-opstelling aan zijn repertoire toegevoegd. Wanneer wit daar niet flexibel genoeg op reageert, kan het gebeuren dat de witspeler ineens om goede zetten verlegen zit en het gevoel krijgt (vandaar de naam van de opening) dat hij verpletterd word onder het gewicht van een hippo. Dat overkwam Jan Bijker in de eerste ronde van de play-offs. Hij hield lang stand in een eindspel van slechte tegen goede loper met nog een paar torens, moest toch pionverlies incasseren en bezweek tenslotte in een toreneindspel. Ook de andere partij uit de play-offs werd gewonnen door de zwartspeler. Marcus Pliester vond niet het juiste tegengif tegen de enigszins blufferige zwarte opstelling van Dick Stavast. Er was evenwel nog evenwicht in de stelling op het moment dat Marcus besloot zijn paard op c3, dat daar uitstekend stond, terug te trekken. Dick reageerde onmiddellijk met een opstoot in het centrum, waarna Marcus moest kiezen tussen pionverlies en het binnendringen van een toren. Hij koos voor het laatste maar dat bleek kansloos.
 
In de lentecompetitie opvallend veel remises, maar ondertussen genoeg strijd. Martinus Scheeringa koos voor het Lettisch gambiet in zijn partij met Wolter Visscher. Uiteraard ontstonden er wilde stellingen, geen verrassing bij zo'n opening, maar uiteindelijk vervlakte de stelling. De spelers besloten tot remise, waarbij ze zich realiseerden dat dit hun eerste remise was na vele onderlinge ontmoetingen. De partij tussen Ingrid Jansen en Henk Mante kwam niet echt van de grond. Remise na achttien zetten. De partij tussen Roelof Kreulen en Dimitri Delsman gaf wisselende kansen te zien. Dimitri wist niet zo goed raad met de opening van Roelof, kreeg de mindere stelling, maar krabbelde weer overeind toen wit daar niet optimaal van wist te profiteren. Ook het topduel tussen Stef van Kesteren en Jon Derks eindigde in remise. Stef had er geen bezwaar tegen gehad wanneer Jon opnieuw voor de Caro-Kann gekozen had, zoals in hun meest recente ontmoeting, maar Jon koos voor zijn vertrouwde Russisch. Hij heeft daar ruime ervaring mee en Stef wist inderdaad geen potten te breken. De remisemarge werd nergens overschreden.
Winstpartijen waren er ook. Jaap de Koning won van Gerald Bouw. Aanvankelijk leek het erop dat zwart enig initiatief had op de witte koningsvleugel, maar de verdediging van Jaap stond paraat. Nadat de aanval was afgeslagen, nam Jaap het initiatief over en sloot een vijandelijk paard in, waarna de stelling niet meer voor Gerald te houden was. Yun Che Hu en Geert Duiven maakten er een spektakelstuk van. Geert offerde maar liefst twee keer een kwaliteit, maar Yun-Ché pareerde alle dreigingen en won de partij. Schakel Yun-Ché niet uit als één van de kanshebbers op het lentekampioenschap! Ook Roel Kreulen behoort tot het groepje kanshebbers. Hij stond al beter toen tegenstander Oeds Dijkstra op de dertiende zet een stuk verspeelde. Met de verdere afwikkeling had Roel geen moeite. Een mooi begin van zowel play-offs als lentecompetitie!