ronde 23 interne schaakcompetitie

Schaker Martinus Scheeringa is bezig aan een eindsprint om zich of alsnog bij de hoogste zes spelers voor de eind van deze maand startende playoffs om het clubkampioenschap te voegen, ofwel zich op te laden voor het heroveren van de lentetitel. Nadat hij twee weken geleden oud-clubkampioen Marcus Pliester versloeg, moest deze ronde Jan Bijker er aan geloven. Aanvankelijk zag dat er na een onregelmatige Siciliaan niet naar uit omdat Martinus in mindere stand uit de opening kwam, en daarom ook remise aanbood. Jan zag echter wel winstmogelijkheden, maar gaf vervolgens de c-lijn uit handen hetgeen hem een cruciale centrumpion kostte en vervolgens ook de partij.
Gerrit Schoenmaker en Roelof Kreulen speelden een opening volgens het boekje waarna een gelijkopgaande strijd volgde waarin Gerrit aanzienlijk meer tijd gebruikte op zoek naar winst. Een voortzetting die hij koos om dameruil te vermijden, leidde tot stukwinst voor Roelof waarna Gerrit opgaf.
Jon Derks opende Engels tegen Marcus Pliester die actief reageerde en witte slordigheden afstrafte waardoor hij een kwaliteit en 2 pionnen won. De prijs daarvoor was echter dat zijn zwarte stukken veel slechter samenwerkten dan de witte. Jon nam het initiatief en het kostte Marcus zeeën van tijd om alle zwakten in zijn stelling gedekt te houden.  Uiteindelijk moest hij al het gewonnen materiaal teruggeven, en leek het eindspel beslist te worden door een witte vrijpion. Door slordig spel van Jon en list van Marcus verdween juist die pion van het bord en kwam een gelijke stelling op het bord, waarbij Marcus door de klok dreigde te gaan. Dat was Jons eer te na en zijn remise -aanbod werd gretis aanvaard.
Ingrid Jansen zat weer eens tegenover Dick Stavast. Het Tweepaardenspel leverde intense strijd op waarin Ingrid kansen had tegen de zwakke zwarte e-pion. De gecompliceerde stelling vroeg echter van beide spelers veel tijd en toen Ingrid serieus in tijdnood kwam blunderde ze en kon Dick met een loperoffer toeslaan. Henk Mante presenteerde Gerald Bouw de bekende aap-uit-de-mouw, waarop Gerald koos voor een verdediging met paard op f6 om de bedreigde diagonaal in te korten. Hij  kreeg desondanks een stormaanval over zich heen waaraan hij spoedig bezweek.
Rody Holtrop overrompelde Geert Duiven met de van hem inmiddels bekende aanvallende directheid. Geert spartelde nog wat tegen maar kon vroeg naar huis. Oeds Dijkstra trachtte de witte stukken van Jaap van der Hulst te stoppen met een dubieuze variant van het damegambiet. Gevolg was dat hij weinig manoevreerruimte voor zijn zwarte stukken kreeg en dreiging over de open d-lijn. De weerlegging kostte Oeds zoveel tijd dat hij zijn 35ste zet net niet op tijd haalde, maar een troost was dat de analyse leerde dat ook indien wel, hij met een verloren stelling was blijven zitten.
Auke van Urk, enkele ronden voor het einde van de onderlinge competitie nog steeds koploper,  hanteerde tegen Frans van Emst het agressieve Dg4 in de doorschuifvariant van het Frans. Frans zoch zijn heil op de damevleugel maar toen zijn aanvalsmogelijkheden daar werden geblokkeerd en zijn langgerokeerde koning onder vuur kwam, was het na enige herschikking van stukken rap gebeurd.
Bert van Steenbergen en Stef van Kesteren  weken direct van alle theorie af en speelden "geen" opening. Stef was daarin de betere want Bert kwam gedrukt te staan, en prijsde zich gelukkig dat Stef de koningaaanval niet doorzette. Na een grootscheepse afruil leek Stef de beste kansen te hebben op promotie en aftrekschaak, maar ook Bert slaagde er nog net op tijd in diezelfde dreigingen voor de zwarte koning  op het bord te zetten. Met weinig tijd op de klok koos hij voor remise door herhaling van zetten, waar iets meer tijd hem mogelijk een winstvariant had opgeleverd.
De rangorde aan kop verandert door deze uitslagen niet maar de strijd om de zesde plek nadert door het oprukken van Martinus Scheeringa  met nog slechts twee speelronden te gaan  haar hoogtepunt.