De tweede ronde ! - De tweede ronde !
Waar regerend kampioen door werkzaamheden nog niet aan spelen toekwam, reiken twee subtoppers naar de macht.
Martinus Scheeringa boekte tegen Henk Mante zijn 2e overwinning. Henk opende als gebruikelijk met b4 waarna met de 3e en 4e zet beide spelers een sterkere voortzetting over het hoofd zagen, waardoor zich een spannende partij ontwikkelde waarin zwart op de 21e zet een paard veroverde. Daarna kon Martinus de partij rustig afwikkelen en kwam hij bij dameafruil ook nog een kwaliteit voor. Toen zwart uiteindelijk 2 volle torens en een handvol pionnen voorstond, streek Henk de vlag.
Waheeb Qatina zag Jon Derks een franse verdediging op het bord zetten. Jon bleek veel vergeten van de kennis die hij voorheen van die benadering bezat, terwijl Waheeb zijn troeven perfect uitspeelde. Weliswaar durfde hij een loperoffer op h7 niet aan, maar zwart bleef kampen met gebrek aan bewegingsruimte, waardoor wit hem kon confronteren met de ene dreiging na de andere, net zolang tot zwart een vork op dame en loper over het hoofd zag. Een welverdiende overwinning van een sterk spelende Waheeb, aldus de verliezer.
Ook Frans van Emst speelde Frans na de e4-opening van Bert van Steenbergen. Het werd een afruilvariant met de witte loper op b2. De zwarte verdediging was veel te schuchter en slap, en waar zwart zich uit de acute problemen dacht te redden met de lange rochade leidde die op de 16e zet tot onherstelbaar materiaalverlies, waarna Frans opgaf.
Wim Rehorst en Roelof Kreulen speelden een klassiek Damegambiet. Wit stuurde aan de op lange rochade om daarna de zwarte koningsvleugel te bestormen met zijn pionnen. Dat lukte maar half en zo ontstond een eindspel waarin wit een loper heeft tegen 2 pionnen zonder uitzicht op winst. Moegestreden besloten de kemphanen tot remise.
Yun-Che HU probeerde tegen Geert Duiven de moderne BenOni uit en hij kwam binnen de kortste keren een paard en een pion achter te staan. Maar juist dan is Yun-Che op z’n best. Na een mindere zet van Geert kwam het materiaal weer in evenwicht, maar verkreeg wit de betere stelling waarin hij direct ook kon doordrukken. Een beetje een fortuinlijke overwinning, aldus de winnende Hu.
Steven Rijkee had weliswaar 35 jaar niet meer in clubverband geschaakt, maar bewees dat het aloude gezegde “jong gekeerd, oud gedaan” waarheid is. Hij speelde met zwart tegen Oeds Dijkstra een degelijke partij waarin wit naarmate de partij vorderde steeds meer in het nauw gedreven werd. Pionnenafruil gaf wit weer enige ruimte, en alhoewel Oeds eerste remiseaanbod nog werd afgeslagen , werd na nog verdere afruil die uitslag toch bereikt.
In zijn partij met zwart tegen Marcus Pliester offerde Auke van Urk al snel een kwaliteit, voor goed spel met het loperpaar. Marcus liet zich echter niet verrassen, verdedigde zich bekwam door de zwarte pionnenstelling te ondermijnen, en kreeg zo weer grip op de stelling. Rond de tijdcontrole was de stelling weer in evenwicht omdat de sterke zwarte centrumpionnen opwogen tegen de kwaliteit die wit meer had. Toen duidelijk werd dat wit die kon blokkeren in hun opmars bood Auke remise aan welk resultaat door Marcus werd geaccepteerd.
Voor de langste zit zorgden Jaap van der Hulst en Ingrid Jansen. In het Nimzo-Indisch raakten zij in een subtiel gevecht om de hegemonie in het centrum. Ingrid won daar een belangrijke pion en kon met de koning verdedigen terwijl haar toren op veldtocht ging achter de witte stelling. Met de vrijpion op b2 moest wit op z’n tellen passen en zijn eigen aanval op de koningsvleugel temporiseren. Jaap dacht echter te kunnen doorstoren en gaf zo zijn koning bloot hetgeen Ingrid torenwinst opleverde. Die toren was voldoende om de op promotie staande witte pion uit te schakelen, waarna de resterende zwarte centrumpionnen voor de winst zouden gaan zorgen. Dat geloofde Jaap wel, en hij gaf op.