Uitersten in de 15de  schaakronde

 

In de vijftiende ronde van de schaakcompetitie  was sprake van uitersten. Het merendeels van de partijen was binnen  2 uur beslist, maar de laatste uitslag viel ruim na middernacht.

Oeds  Dijkstra offerde tegen Henk van Dijk een stuk om met zijn dame de rokadestelling van zwart binnen te dringen. Dat bleek echter ongevaarlijk, en toen hij na dameruil ook nog een kwaliteit verloor was het voor Henk verder een kwestie van uitschuiven. Iets dergelijks overkwam Frans van Emst tegen Auke van Urk. Frans dacht vanuit een gedrongen zwarte stelling een slim schijnoffer te plegen maar werd verrast door een voor hem fataal tussenschaak waardoor hij weliswaar materieel gelijk bleef maar in volstrekt kansloze stelling terecht kwam en na enkele vervolgzetten dat ook zelf inzag. Dimitri Delsman overrompelde Gerald Bouw door met zijn dame op avontuur te gaan,  een ongedekt paard te veroveren en met zijn pionnen zo ver op te rukken dat Gerald het spoedig voor gezien hield. Ook Jaap de Koning en Henk Mante waren snel klaar: Henk wachtte tot Jaap wat gaten in de stelling liet vallen en zadelde hem toen op met 3-pionnen-op-1-lijn. Toen Jaap ook nog een toren en een kwaliteit verloor was het over.

Jon Derks zag Roelof Kreulen de opening enigszins inconsequent voortzetten, waardoor hij zelf het initiatief kon nemen. Bij goed spel had dat een pion opgeleverd, maar na een miscalculatie was het daarentegen Roelof die gevaar kon stichten rond Jons koning. Dat Roelof met een stukoffer een voor hem positieve beslissing zou kunnen forceren, was echter te optimistisch gedacht, en nadat Jon zijn stelling ijlings beveiligd had was het eindspel een makkie. Henk Wichers trok na een rustige opening plotsklaps met wit fel van leer tegen de niet-gerokeerde zwarte koning van Marcus Pliester. Die kreunde en pufte maar wist met secuur spel  te overleven, en zelfs een kwaliteit te winnen voor stuk en pion. Henk drong toen niet meer aan en accepteerde remise. De Siciliaanse draak van Jaap van der Hulst  leverde hem tegen Roel Kreulen een aanval op de kort-gerokeerde witte koning  op, terwijl  hij zelf vooralsnog ten koste van een dubbelpion  zijn lang-gerokeerde zwarte koning buiten schot kon houden.  Door al te opportunistisch spel liep de zwarte aanval echter vast, en kon Roel in de tegenaanval gaan en   die wel beslissend afronden .

In de Nimzo-indische partij tussen Martinus Scheeringa en Ingrid Jansen  zag het er na pionverlies en dubbele vijandelijke torens op de a-lijn  niet best uit voor Martinus. Zijn dame kwam in de knel en moest geslachtofferd voor toren  plus paard. Het pleit leek daarmee beslecht  maar  Ingrid had veel tijd nodig om een doorslaggevend plan te bedenken en Martinus maakte daar dankbaar gebruik van door zijn torens te verdubbelen op de open d-lijn. Ingrids plan kwam ook na het halen van de tijdcontrole niet uit de verf en ze gaf op toen een ondekbaar mat op haar koning zich aankondigde. Geert Duiven en Gerrit Schoenmaker speelden een gesloten Siciliaan, en wel zeer bedachtzaam en rustig. Pas na middernacht wist Gerrit met zwart eindelijk voordeel te bereiken door dankzij promotie een kwaliteit te winnen, maar zijn twee torens wisten het eindspel niet te winnen van Geerts toren en loper, zodat alle gezwoeg uiteindelijk leidde tot niet meer dan puntdeling.