20ste ronde onderlinge schaakcompetitie


In de 20ste ronde van de interne schaakcompetitie maar zes wedstrijden omdat het eerste team naar Harlingen was om daar de belangrijke FSB-wedstrijd tegen de F-Pion te spelen.

Rody Holtrop ging met wit als gebruikelijk snel tot de aanval over en speelde zo snel dat Oeds Dijkstra  Dijkstra nauwelijks tijd had de zetten ordentelijk te noteren. Oeds kreeg alle hoeken van het bord te zien, maar de schade was uiteindelijk slechts 1 pion, zij het een belangrijke want toen alle stukken geruild waren en er  een pionneneindspel met koning  op het bord stond,   kwam  Rody eerst tot promotie en sleepte hij na afruil van de nieuwe dames de winst binnen.

Henk Mante had tegen Wim Rehorst weinig succes met zijn geliefde Oerang-Oetan. Wim verdedigde zich met e5,d6 en fianchetto van de dameloper. Na enige schermutselingen met paarden op het middenveld  zag het er remiseachtig uit, totdat Henk vreselijk blunderde door mat-in-een op g2 over het hoofd te zien.

Gerald Bouw zette na de opening met d4  Roelof Kreulen onder druk en kreeg de gelegenheid de dames te ruilen in voor Roelof nadelige positie. Gerald gokte op meer maar toen hij uiteindelijk toch moest afruilen  gaf dat Roelof  groot voordeel met winst van 2 pionnen. Toen ook nog een wit stuk in de doos verdween was het uit en  volgde nog een aftrekschaak met torenwinst.

Yun-Che Hu koos tegen Frans van Emst voor de afruilvariant van het Frans. Nadat de stellingen waren ingenomen voerde Yun-Che de druk op op de damevleugel terwijl Frans mikte op de witte koning. Yun-Che dacht met een loperoffer zijn slag te slaan maar dat  offer werd geweigerd en in plaats daarvan werd het witte koningspaard verdreven, waarna de  zwarte stukken de vijandelijke monarch onder vuur namen. De opstoot f5 bood nog even soelaas maar vervolgens stortte de witte verdediging in en sneuvelde de dame.

Geert Duiven testte op Jaap van der Hulst de afgelopen weekeinde ingestudeerde Verosov-opening  uit. Deze d4-opening  met Pc3 en Lg5 is wat dubieus maar daarentegen zeer agressief. Geert won een pion  en na een scherp middenspel ruilde hij de dames met weer een pion winst. Omdat Jaap koos voor behoud van de lichtere stukken in plaats van de torens, kreeg Geert een  eindspel met uiteindelijk 3 vrijpionnen en dat werd zelfs Jaap te machtig.

De klapper van de avond was te aanschouwen op en rond het bord van Martinus Scheeringa en Gerrit Schoenmaker. In een aangenomen damegambiet had Gerrit een sterk middenveld met een goed gepositioneerd loperpaar bereikt, mede omdat Martinus alles op de aanval met zijn dame  gooide. Tot verbijstering van alles en iedereen zette Gerrit zonder noodzaak zijn toren in waarna het spel gespeeld leek. Hij hervatte zich echter en wist ten koste van veel denktijd en geholpen door Martinus die op de directe winst bleef spelen uiteindelijke de toren met rente terug te winnen. Gerrit voelde in betere stelling toen wel voor remise, maar Martinus moest de terugslag nog verwerken. Ook een tweede remiseaanbod van Gerrit, inmiddels in gewonnen stelling werd geweigerd zodat het er op leek dat Martinus Gerrit door de klok wilde "jagen". Toen Martinus uiteindelijk zelf remise aanbood was Gerrit daarvoor niet meer vatbaar met als resultaat dat hij in zijn gewonnen stelling zijn pion niet tijdig tot promotie kon brengen en op tijd verloor.