Knappe overwinning van het eerste team, sneu verlies voor het tweede

 

Ondanks de 5-3 zege die het eerste team van de schaakclub Steenwijk behaalde in en tegen Emmeloord stonden een aantal gezichten in het Steenwijkse kamp op onweer. De beide kopmannen Dick Stavast en Auke van Urk waren absoluut niet tevreden met hun prestatie.

Dick had de koningsindische verdediging van zijn tegenstander met degelijk spel bestreden en daarmee wat verzwakkingen in het vijandelijke kamp afgedwongen. Maar wat Dick bij zijn berekeningen als de slotcombinatie had beschouwd leverde door een geniepig tussenzetje van zijn tegenstander  niet de verwachte kwaliteitswinst op. Wel bleef Dick beter staan. weliswaar overzag hij de eenvoudigste weg naar winst, maar ook bij de moeilijke weg die hij koos  kwam hij gewonnen te staan, om vervolgens in een vlaag van schaakblindheid een volle toren te verblunderen. De stelling was gelukkig zelfs met een toren minder nog remise te houden, maar dat nam niet weg dat Dick enige tijd ontroostbaar was.

Auke van Urk maakte het aan het tweede bord nog bonter door met een overwegende stelling en tijdnoodperikelen voor zijn tegenstander zo onnauwkeurig te spelen dat hij de partij zelfs nog verloor.

De overige partijen hadden een wat logischer verloop. Bert van Steenbergen had aan bord 5 in een Spaanse partij iets minder manoeuvreerruimte dan zijn tegenstander, maar de stelling bleef  gedurende de hele partij in evenwicht en remise was dus een logisch resultaat. 

Hetzelfde resultaat boekte Jon Derks aan bord 3. Hij bestreed zijn tegenstander, wiens tactische slagvaardigheid hij kende, door de stelling zo gesloten mogelijk te houden.

Niettemin werd hij in het middenspel verrast door een pionopmars in het centrum die hem de rokade kostte. Met behoedzaam spel slaagde hij er uiteindelijk in die lastige pion te elimineren. Met het oog op de stand in de match plaatste Jon een goed getimed remiseaanbod  dat zijn tegenstander die niet veel bedenktijd meer over had wel moest accepteren.

Een knappe prestatie leverde Stef van Kesteren aan bord 4. Na een niet alledaagse opening had hij met zwart een stelling bereikt, waarin de witte koning in het midden moest blijven.

Echt beslissende wendingen zaten er echter nog niet in en gedwongen door opkomende tijdnood besloot Stef flink wat stukken te ruilen om een gunstig eindspel te bereiken. Ook in dat eindspel was het nog moeilijk genoeg, maar de tegenstander raakte de draad kwijt, verspeelde een stuk en gaf op. Wolter Visscher had het moeilijk in zijn partij. Zelf had hij met zwart in een damegambiet met Lf4 kort gerokeerd en voor zijn tegenstander dat ook gedaan had dwong hij de witte loper tot afruil, waarmee hij de h-lijn opende voor wit. Wit rokeerde toen uiteraard lang en Wolter moest zich langdurig verdedigen tegen aanvallen op zijn koningsstelling. Dat lukte wonderwel en toen zijn tegenstander zich ook realiseerde dat hij er niet door zou komen bood die remise aan. Wolter accepteerde dankbaar.

Jan Bijker  had aan bord 8 gekozen voor de Philidor-verdediging, altijd wat gevaarlijk voor zwart met het oog op dreigingen op f7, stikmat enzo.

Die dreigingen pareerde Jan, en in de loopgravenoorlog daarna ging wit na een op het eerste gezicht onschuldig schaakje de verkeerde kant op met zijn koning, die daardoor in een spervuur van zwarte stukken terecht kwam. Er volgde een paardvorkje dat een kwaliteit opleverde en toen zwart even later met zijn dame de witte stelling binnen kon komen, daarbij mat of materiaalwinst dreigend, gaf wit op.

De laatste partij die nog aan de gang was, bij een stand van 4 – 3 in het voordeel van Steenwijk, was als zo vaak de partij van Marcus Pliester. Vanuit een Slavisch damegambiet was een tamelijk gesloten stelling ontstaan, waarbij wit (Marcus) wat meer ruimte op de damevleugel had en zwart vooral op de koningsvleugel actief was. Die koningsaanval werd door Marcus bekwaam gepareerd. Na de tijdcontrole, door beide spelers nipt gehaald, wist Marcus dat hij aan remise genoeg had voor een overwinning van het team. Zijn tegenstander moest dus risico's nemen, ging daarbij in de fout en even later in verloren stelling ook door de vlag, zodat de einduitslag 3 – 5  was. Daarmee komt de doelstelling voor dit seizoen ,  handhaving in de promotieklasse, een flinke stap dichterbij.

 

Ook het tweede team kwam in actie, tegen Rijs. Ook voor dat team is handhaving in de huidige klasse het primaire doel. Rijs was met slechts 7 spelers opgekomen en daarom kreeg Jan Bijker  zonder te spelen een overwinning achter zijn naam. Omdat hij de avond daarvoor ook al in Emmeloord in actie was geweest was hij daar niet al te rouwig om. Het volgende punt werd binnengehaald door Yung-Che Hu, in een aanvankelijk rustig opgezette partij.

Yung-Che kon een stuk van zijn tegenstander pennen en die penning leverde hem uiteindelijk een pion op. Op zich misschien nog niet voldoende voor winst, maar wel in combinatie met de slechte stand van de overige pionnen van zijn tegenstander. Yung-Che kon een vrijpion verzilveren, waarna zijn tegenstander opgaf.

Frans van Emst  had zich met wit na weinig doortastend openingsspel laten verrassen door een fraai loperoffer, dat hij –op straffe van mat – niet aan mocht nemen. Daardoor kwam hij een kwaliteit achter. Zijn tegenstander offerde de kwaliteit terug in de verwachting daardoor met zijn pionnen op de damevleugel te kunnen doorstoten. Dat bleek echter een illusie. Frans kon de vrijpionnen onschadelijk maken, zodat de vrede kon worden getekend.

Teamcaptain Ingrid Jansen gebruikte in de opening (te) veel tijd. Ze slaagde er wel in een gevaarlijke aanvalsactie via dameruil te blokkeren, maar in de daarop volgende manoeuvreerfase koos ze in tijdnood een foute voortzetting, ze overzag een matwending.

Ook Jaap van der Hulst kwam in tijdnood. Aanvankelijk had hij een pion meer, maar toen de stelling openkwam ging het minder. Een geplande kwaliteitswinst ging niet door. Een onverwacht tussenschaakje kostte hem juist de kwaliteit. Jaap dacht nog een ontsnappingsmogelijkheid te hebben, maar die berustte bij nader inzien op een onreglemantair zetje en dat mag natuurlijk niet.  Martinus Scheeringa  haalde wel een vol punt binnen in een partij waarin hij voortdurend  de overhand had. Zijn tegenstander ging pas bij de 46e zet  door een verkeerde afruil in de fout, waardoor Martinus een paar zetten later mat kon geven.

Daarmee was de score 3½ - 2½  voor Steenwijk, met twee nog lopende partijen, die van Henk Mante en Geert Duiven. De partij van Geert was bloedstollend spannend, met twee koningen in de gevarenzone. Toen Geert zich in de tijdnoodfase liet verlokken tot een onnodig schaakje kwam hij in een fatale penning terecht die hem materiaal kostte, 3½-3½ dus.

Daarmee lag er een enorme druk op de schouders van Henk Mante. Henk had de hele partij de overhand gehad en een eindspel op het bord gebracht, waarin hij een pion voorstond. Zijn tegenstander had echter een vrijpion die alsmaar verder oprukte. En toen Henk, mede onder druk van de tijd die alsmaar krapper werd, wat weifelmoedige zetjes deed wist zijn tegenstander die vrijpion zover naar voren te brengen dat hij niet meer te stoppen viel.

Dat betekende dus verlies voor Henk en voor het tweede team, dat het moeilijk gaat krijgen om zich te handhaven.