Tweede ronde Play off's

In de tweede ronde van de play-off  om het  clubkampioenschap van de schaakclub Steenwijk zette Dick Stavast een belangrijke stap op weg naar de prolongatie van zijn titel. Hij versloeg Jon Derks, wat hem tot dusverre dit seizoen nog niet gelukt was. Jon verdedigde zich met Russisch . Dick accepteerde een dubbelpion in ruil voor het loperpaar en een voorsprong in ontwikkeling. Jon kwam geleidelijk aan in een stelling terecht waarin hij nauwelijks nog een vin kon verroeren. Hij slaagde er nog wel in mat of groot materiaalverlies te voorkomen, maar boette daarbij wel wat pionnetjes in en omdat hij geen schijntje tegenspel had staakte hij de strijd. De partij tussen Bert van Steenbergen en Auke van Urk had een vrij bizar verloop. Eerst kon Auke profiteren van de ongelukkige positie van de witte stukken en daardoor een paard buitmaken. Een paar zetten later vergaloppeerde hij zich en liet een paardvorkje toe dat hem de kwaliteit kostte. Het resulterende eindspel van toren + pion tegen twee paarden had de beide spelers nog wel tot na middernacht bezig kunnen houden, maar geen van beiden had zin om echt tot het uiterste te gaan en na een zet of dertig werd de vrede getekend.
In de lentecompetitie staan nog twee spelers op 100 %, Roel Kreulen en Jaap van der Hulst.
Roel Kreulen raakte in een damegambiet tegen Martinus Scheeringa door een slordigheid een stuk achter, maar kreeg daar wel een drietal pionnen voor. Door een fout van Martinus kreeg hij het stuk weer terug en toen kon hij, mede dankzij zijn pionnenoverwicht een beslissende aanval opzetten. Jaap van der Hulst rokeerde naar de lange kant en tegenstander Yun-Che Hu zette onmiddellijk een doldrieste aanval op de witte koningsstelling op touw. Daarbij bekommerde hij zich volstrekt niet om zijn eigen verdediging en dat werd hem fataal. Toen zijn aanval niet door bleek te slaan bleef hij met de rokende puinhopen zitten.
Henk Mante en Wolter Visscher vochten een gecompliceerd duel uit, waarbij nu eens wit en dan weer zwart de overhand leek te krijgen. Dat stelde hoge eisen aan het
uithoudingsvermogen van beide veteranen en rond middernacht berustten ze beiden in remise.

Gerald Bouw wist Gerrit Schoenmaker in een Engelse opening een tijdlang goed partij te geven, maar een foutieve pionzet kostte hem zijn a-pion. Daarna ging het van kwaad tot erger en via stukverlies ging Gerald uiteindelijk mat.
Oeds Dijkstra opende tegen Ingrid Jansen op zijn bekende rustige manier. Er volgde een uitgebreid gehuppel heen en weer van vooral paarden en lopers, hetgeen resulteerde in een stelling waarin Oeds met wit zich nauwelijks nog kon verroeren. Na een tijdnoodfase waarin beide spelers af en toe eens een stuk of een kwaliteit weggaven bleef er een eindspel over waarin Ingrid een stuk en een pion meer had. Een zwarte pion kwam op a2,  de witte toren moest naar a1 en werd vervolgens door de zwarte loper op b1 levenslang opgesloten, zodat zwart in feite een volle toren meer had. Dat werd Oeds te veel en hij staakte de ongelijke strijd. Geert Duiven en Marcus Pliester speelden een Siciliaanse opening, die door Marcus niet helemaal goed behandeld werd. Geert kreeg flink wat druk op de stelling van Marcus, maar die verdedigde zich taai, werkte zich onder de druk uit en maakte in de tijdnoodfase een stuk van Geert buit. Na de tijdscontrole, door beiden op het nippertje gehaald, kon Marcus zijn materiële overwicht uitbouwen naar winst.