Henk Mante treft het weer

De gelukkigste schaker van de clubavond van deze week was ongetwijfeld Henk Mante.
In een volkomen verloren positie speelde hij met een argeloos gezicht zijn toren naar de open g-lijn. Zijn tegenstander Yun-Che Hu was alleen maar bezig met zijn eigen aanval. Die zou ongetwijfeld snel tot mat geleid hebben, ware het niet dat  Henk door zijn torenzetje ook een matdreiging in de stelling gebracht had, een zg. plofmat met zijn dame op g7.
In het duel tussen Ingrid Jansen en Wolter Visscher, om de koppositie in de lentecompetitie, kwam een boeiend stukkenspel op het bord. Daarbij dacht Wolter  een kwaliteit buit te kunnen maken, maar in feite bleek dat een “doortrapt”offer van Ingrid te zijn, die er goede aanvalskansen mee creëerde. Maar na een avond zwaar werken wist Wolter uiteindelijk het kwaliteitsvoordeel in winst om te zetten, daarbij geholpen door  tijdnood van de vermoeide Ingrid. De partij tussen Oeds Dijkstra en Roelof Kreulen leverde deze keer  winst op voor Oeds. Die verloor in de opening weliswaar een pion , maar kreeg die later, na een fout van Roelof, met rente in de vorm van kwaliteitswinst terug, waarna Oeds de partij rustig uit kon spelen. Geert Duiven wist Gerrit Schoenmaker door middel van een aftrekschaakje een stuk te ontfutselen, waarna de winstvoering verder geen problemen gaf.
Gerald Bouw hield de stelling tot de 21e zet goed in balans tegen Martinus Scheeringa. Toen werd hij wat onvoorzichtig, hetgeen hem de kwaliteit kostte tegen enige pionnen. Toen Gerald nog een pionnetje buit wou maken, zag hij daarbij over het hoofd  dat Martinus  mat in 3 zetten kon geven. Roel Kreulen was ondanks zijn jarenlange afwezigheid in de schaakarena beter op de hoogte van de finesses van de Russische opening dan Wim Rehorst. Bij de 5e zet won hij een pion en toen hij even later met een paardvorkje Wims koning en toren tegelijk aanviel was de partij eigenlijk over. Wim speelde nog wel even door, maar bij de 25e  zet hield hij het voor gezien.
In de play-offs om het clubkampioenschap stonden de revanches van de partijen van de week daarvoor op het programma. Jon Derks speelde met zwart tegen Bert van Steenbergen de Caro-Kannverdediging. Bert koos voor de doorschuifvariant en offerde daarin een pion op e6 om de zwarte ontwikkeling te bemoeilijken en de rokade te verhinderen. Jon zag zich voor onbekende problemen geplaatst en koos herhaaldelijk niet de beste voortzetting. Toen hij enkel nog de keus had tussen mat en dameverlies koos hij voor optie drie, namelijk opgeven.
Dick Stavast bracht  tegen Auke van Urk een damegambiet op het bord waarin hij de rokade achterwege liet en al op de 7e zet een zg. bajonetaanval met g4 inzette. Het werd een boeiende strijd, waarin aanvankelijk Dick met wit de overhand had. Maar in het middenspel slaagde Auke erin om tegenkansen te krijgen tegen de witte koning , die in het centrum was blijven staan. Met een verrassend schijnoffer wikkelde hij af naar een eindspel waarin hij, zoals bij de analyse na afloop bleek, zijn kansen niet goed waarnam. Even na de tijdcontrole dacht hij via een tactisch grapje zijn slecht staande loper te kunnen activeren, maar Dick had verd gekeken dan hij en kon afwikkelden naar een gewonnen stand. Met 4 uit 4 is hij nu zo goed als zeker van het clubkampioenschap.