ronde 4: Jaap van der Hulst verrassend terug naar de tweede plaats

De schaakavond begon met een korte overdenking in verband met het overlijden van Werner Bouwman. De Steenwijker schakers herinneren zich Werner, die zo vaak in deze verslagen heeft gefigureerd, als een moedig mens, iemand die het nooit snel opgaf, ook in omstandigheden die een ander misschien als uitzichtsloos zou hebben ervaren, maar altijd moed hield. Niet alleen achter het schaakbord, maar ook los daarvan.
Geert Duiven opende zijn partij in de vierde ronde volgens het Colle-systeem, waarop Frans de Groot voorzichtig reageerde met een fianchetto. Geleidelijk aan ontstond een treffen in het centrum, waar zwart beter uitkwam dan wit, met een pion voorsprong. Dat opende mogelijkheden voor een koningsaanval en de zware stukken. Geert werd getruct met een dubbele aanval en raakte ook nog een stuk kwijt. Geert waagde zich nog in het eindspel maar ging mat.
Gerald Bouw  gaf al in de opening een stuk tegen twee pionnen, zonder daar veel compensatie in de vorm van ontwikkeling of activiteit voor terug te krijgen. Martinus Scheeringa speelde de partij, die toch nog 44 zetten zou duren, gedegen uit.
Marcus Pliester speelde offensief tegen Oeds Dijkstra. De witte h-pion kwam al snel naar voren en werd inderdaad de sleutel voor het openbreken van de zwarte koningsstelling. De zwarte koning werd belaagd langs de open h-lijn en door een sterk wit paard. Zwart verloor materiaal en gaf op in een niet te houden stelling.
Roelof Kreulen weerde zich uitstekend tegen het koningsgambiet van Adri Maranus. Weliswaar ontwikkelde wit zich gemakkelijk en kreeg hij de meeste ruimte, Roelof verdedigde bekwaam en kwam ook actief met dreigingen. Een turbulente fase volgde, waarin Adri eerst materiaal verloor maar het later ook weer terug veroverde. In een nog altijd iets betere stelling accepteerde Roel toch maar het remisevoorstel van wit.
Frans van Emst speelde met zwart tegen Jaap van der Hulst. Jaap speelde behoedzaam, waardoor Frans getriggerd werd voor een avontuur in het centrum. Maar dat liep fout af voor zwart, want wit incasseerde eenvoudig een pion, en hield ook nog het actievere spel. Zwarts stoere 'Hollandse' pion op f5 stond er maar verloren bij en zat de eigen ontwikkeling in de weg. Jaap waagde zich niet aan avonturen maar wikkelde af richting eindspel, intussen nog een pionnetje meepikkend. Maar tot een eindspel liet Frans het niet komen want toen wit nog een derde pion voor zou komen, gaf hij op.
Bert van Steenbergen en Auke van Urk speelden een ongebruikelijke variant van het Spaans. Auke, met zwart, maakte er eerder een soort Konings-indisch van. Wit miste het beste plan en ruilde juist zijn sterke loper af. Een passieve stelling was het gevolg. Een tijd lang lukte het wit nog om alle dreigingen te pareren, maar via een pionnendoorbraak forceerde zwart een gewonnen eindspel.
Auke blijft aan kop, Jaap neemt de tweede plaats weer over van Frans.