Auke en Wolter geven kopposities ook op laatste avond niet meer uit handen
Dat Auke het clubkampioenschap 2013-2014 zou gaan winnen was al geruime tijd de verwachting, en gisteren maakte hij aan alle nog resterende onzekerheid een einde door Henk van Dijk remise aan te bieden nadat in vervolg op de b3-opening van Henk en een grootscheepse afruil een gelijkstaand loper-toreneindspel was ontstaan. Auke bleef daarmee ongeslagen en had immers aan een half punt voldoende voor de titel, en ook Henk was daarmee tevreden want het zou hem de tweede plaats opleveren, welke plek hij uiteindelijk moest delen met Michiel die Jon versloeg. Daar zag het overigens lang niet naar uit want Jon kwam in een Grünfeld-Indisch goed uit de opening met beheersing van het centrum en de open c- en f-lijn. Een mindere pionzet gaf zwart de kans een paard ijzersterk in het centrum te plaatsen, waarna Jon met inslaan op b7 verder onheil over zich af riep. Jan de Smidt en Geert Duiven begonnen laat aan hun partij omdat Geert naast een bedrijf ook nog kinderen heeft, en die lopen mee in de avondvierdaagse en dan wordt soms van ouders verwacht dat ze begeleiden. In de Siciliaan die later overging in Koningsindische structuren overzag Jan kwaliteitsverlies, maar omdat Geert met een zwakke loper zat terwijl de stelling nog stevig gesloten was, werd al snel besloten tot remise. De tweede tussen deze mannen en wellicht ook de bevestiging dat ze dit jaar niet met de andere vier mee konden.
In de Lentecompetitie hielp de van vakantie teruggekeerde Pieter van der Zee de wedstrijdstrijd aan een optimale finale-indeling. Afhankelijk van de uitslagen van de anderen konden nog vier spelers de titel veroveren. Jaap van der Hulst bracht met een snelle overwinning op Olivier Vernooy het aantal kanshebbers terug naar drie. In die partij gingen de stukken vliegensvlug van het bord en werd tegengesteld gerokeerd. Jaaps pionnen rukten op op de koningsvleugel en nadat die opmars was gestuit begon Olivier zijn pionnenopmars in het centrum. Daarbij was hij iets te voorbarig hetgeen een kostbare pion kostte, hetgeen hem fataal werd na afruil van de torens. Wolter en Pieter volgden tot de achtste zet de theorie van het klassiek damegambiet. Daarna volgde een open strijd waarin elk zijn eigen koers voer. Toen Pieter in een afruil de verkeerde volgorde koos en door een tussenzet een toren verloor, was het uit en stond de titel voor Wolter vast. Voor Frans van Emst was dat reden om Martinus Scheeringa remise aan te bieden in een iets prettiger stelling. Dat achtte Martinus nog te vroeg en dat was het startsein tot een aantal spectaculaire situaties op het bord die tot na middernacht zouden voortduren. Allereerst overzag Martinus een pionvork die hem stukverlies opleverde. Vervolgens knoeide Frans met een reeks slechte loper-, toren- en koningszetten, waardoor Martinus weer terug in de race kwam en met zijn dame de zwarte stelling kon binnendringen. Hij won twee pionnen en het was na afruil van de zwaardere stukken slechts aan de tijdnood van zijn tegenstander te danken dat Frans met de winst ging strijken. Hij bleef ongeslagen in deze voorjaarscompetitie en dat kunnen de anderen hem weer niet nazeggen (behalve Marcus Pliester die slechts 2 partijen speelde). Martinus Scheeringa is - met Gerrit Schoenmaker en Jaap de Koning - een speler van "alles-of-niets". Hij won 6 keer en verloor 4 maal. Hij en Bert Dassen waren de enige schakers die de nieuwe lentekampioen "op de knieën" kregen. Bert won ditmaal van Gerald Bouw en kwam daarmee uit op de vijfde plaats met een ideaalscore van 3 gewonnen, 3 remises en 3 verloren. Ook Gerrit Schoenmaker maakte nog een sprongetje door winst op Dimitri Delsman. Ditmaal pakte de Caro-Kann goed uit omdat zwart het veld e4 stevig in handen kreeg, met eerst paard, daarna pion en tenslotte de loper. Een onachtzame loperzet kostte Dimitri een toren en daarmee de partij. Gerrit boekte 7 overwinningen - het meest van allen - maar zijn tegenstanders leverden minder punten op. Ook Roelof Kreulen maakte nog een sprong - naar plek 9 - door het aanvallende spel van Jelmer de Goede beheerst af te straffen via de ontstane open lijnen. Jaap de Koning tenslotte boekte - naast twee verliespartijen - zijn vijfde overwinning, ditmaal ten koste van Charrel Brandenburg die wat slordig was met het hem toevertrouwde hout, en het ene na het andere inleverde.