Schaakavond met verrassingen …
Voor de eerste verrassing in ronde 8/9 van play-offs en lentecompetitie zorgde John Folkerts die op de dag dat hij Abraham zag zijn schaakclubgenoten kwam trakteren op een gevulde koek bij de koffie. Hulde, John !! Minder mooi was dat hij zich ook bij de vakantiegangers voegde, evenals trouwens Oeds Dijkstra die een dag eerder ook zijn verjaardag vierde (79) en de rest van het seizoen vrijaf neemt. Hij besloot het seizoen overigens met een overwinning op Jelmer de Goede, die met f6 en Pc6 met zwart aanvankelijk onvoldoende tegenspel kreeg maar uiteindelijk toch een pion naar promotie wist te voeren net voordat hij met een paardsprong mat gezet werd.
Geert Duiven had het te druk met zijn veebedrijf zodat Auke wat vingeroefeningen kon uitvoeren met Dimitri. Zonder te spelen zag Auke de titel dichterbij komen. Michiel Rensen vroeg in de Cordelvariant van het Spaans tegen Jan de Smidt met een loperoffer voor de open h-lijn en nog een stuk- en kwaliteitsoffer , te veel van zijn stelling en moest na een geforceerde grote afruil opgeven. Jon Derks kreeg tegen Henk van Dijk weliswaar een koningsaanval en ook na afruil voordeel, maar gaf dat uit handen door kwaliteitsverlies. Henk had daarna het betere spel maar daarbij ook tijdnood, zodat hij besloot tijdig remise aan te bieden.
In de lentecompetitie werd de spanning de koplopers te veel . Weliswaar moesten ze afrekenen met geduchte tegenstanders die (eindelijk) aan een opmars begonnen zijn, maar het was beslist verrassend dat zowel Wolter Visscher van Martinus Scheeringa als Jaap van der Hulst van Gerrit Schoenmaker verloor. Daarbij kwam ook nog eens dat vierde man Bert Dassen verloor van jongeling Olivier Vernooy en dat Frans van Emst slechts dankzij een blunder van Roelof Kreulen de winst kon bijschrijven. Eigenlijk een totale off-day dus voor de top. Martinus kwam na een koningsgambiet op de 19e zet tegen Wolter in het voordeel met dreiging over de f-lijn bij een open g-lijn. Toen die aanval niet doorsloeg snoepte Wolter wat pionnen, waaronder die op c6. Dat had hij beter kunnen laten want daarmee kwam de diagonaal vrij voor de zwarte dame en die gaf op a1 met de toren op de g-lijn en de witte koning op h1 mat. Gerrit en Jaap speelden orthodox damegambiet waarbij wit goed spel krijgt op de damevleugel, totdat hij zijn paard verkeerd terugtrok en dat verloor. Daarmee leek Jaap de winst te pakken, maar ook hij gaf op zijn beurt een stuk weg, maar dan een een zodanige stelling dat dat direct dodelijk voor hem was. In het vierpaardenspel van Bert en Olivier dreigde de laatste door een penning een kwaliteit te winnen, hetgeen Bert voorkwam door een pion te geven. Dat overwicht wist Olivier goed vast te houden en toen Bert "door de klok ging" stond hij dan ook verloren. Roelof Kreulen hield met wit het initiatief goed in handen en profiteerde van wat aarzelende zetten van Frans van Emst. Winst van een centrumpion tegen verlies van de randpion deed hem geen kwaad, maar toen Frans met de dame op f7 terugnam overzag Roelof dat die zet niet alleen verdedigend was maar ook zijn paard op de voorpost c7 aanviel. De opstoot met een centrumpion kostte dan ook een vol stuk en daarmee was het pleit beslecht.
De partij waarbij Gerald Bouw betrokken was zorgde weer voor de nodige hilariteit. In Charrel Brandenburg had hij daarvoor ook een geschikte tegenstander. De laatste was op remise uit maar Gerald had zich voorgenomen deze ontmoeting te winnen. Daar zag het ook naar uit toen Charrel zijn dame verspeelde, maar Gerald wist zich geen raad met zoveel weelde en gaf in het eindspel pardoes zijn dame en een stuk weg. Met vrijpionnen over en weer stond een lastig eindspel op het bord en Charrel verkoos daarom toch remise aan te bieden, hetgeen Gerald zeer verstandig accepteerde.
In de lentecompetitie is de spanning met deze uitslagen weer volledig terug. In theorie kunnen ook Gerrit en Olivier nog kampioen worden, maar dan moeten alle anderen wel nog tweemaal verliezen. Oud-lentekampioen Martinus echter, nu op een vijfde plaats, gooit met Wolter, Jaap en Frans de hoogste ogen, al lijkt ook hij afhankelijk van tweemaal een slecht resultaat van de andere drie.