Play-offs van start met overwinning voor Henk van Dijk

 

Geert Duiven kreeg vanuit de opening – met zwart  ! – druk op de stelling van Henk van Dijk, hetgeen resulteerde in een gehavende  witte pionnenstelling . Daarna pakte hij niet door door zijn torens winnend op te stellen, zodat  wit nog net alles kon verdedigen. Fout ging het toen Geert de torens afruilde  en in een uiteindelijk verloren pionneneindspel  terecht kwam.  De Russische ontmoeting tussen Jan de Smidt en Jon Derks eindigde in remise. Jan week af van de hoofdvariant maar met zijn improvisatie  kwam hij slecht weg. Met  een geïsoleerde dubbelpion  voor wit  leek zwart de overhand te hebben, maar  toen wit de kans kreeg zijn spel te ontplooien  moest  juist zwart  oppassen niet een centrale pion te verliezen.  Topen Jan geen kansen meer zag om door te drukken was remise een feit. De partij  Auke van Urk-Michiel Rensen werd uitgesteld omdat beiden in het viertal tegen HeerenveenA aantraden. Overigens zonder succes.  Arjan Pragt en Hein van der Wijk bleken te sterk. Auke probeerde wat complicaties te scheppen, maar die keerden zich tegen  hemzelf toen hij om stukverlies te ontlopen zijn koningsstelling in de vernieling moest helpen. Michiel  kwam nog wel aardig uit de opening met zwart  maar liet in het middenspel de dame en een toren  binnenkomen. Hij won weliswaar de dame maar de prijs, twee torens en twee stukken, was te hoog. Ook Ingrid Jansen verloor, van Klaas Abma, in een Franse partij, waarna Marcus Pliester  de eer enigszins redde door Ferdi van Bavel op remise te houden in een partij die eigenlijk nooit uit evenwicht was en niet Marcus maar Ferdi in tijdnood geraakte. .

In de lentecompetitie vielen de eerste klappen: Pieter van der Zee kreeg  zijn revanche tegen Martinus Scheeringa . De Grob-opening  leidde tot veel spanning in het centrum, en toen Martinus zijn  dame in het spel bracht ging dat ten koste van een pion. Het initiatief kwam  toen bij Pieter en die wist een niet te pareren mataanval op touw te zetten.  Ook  Gerrit Schoenmaker was uit op revanche, en wel tegen en ten koste van Yun-Che Hu. Deze ontweek echter weer op onorthodoxe wijze  de Caro-Kann  en omdat Gerrit zich onvoldoende tijd gegeven had zijn stukken op de koningsvleugel  te ontwikkelen, kwam zijn koning in open veld terecht en resteerde na  gedwongen dameruil  voor hem slechts een  verloren stelling met ook nog een stuk achter.  Oeds Dijkstra kwam weliswaar wat beter uit de damepion-opening  dan Bert Dassen,  maar het vervolgplan kostte hem veel tijd. Toen hij geen goed vervolg meer zag bood hij remise aan, maar Bert  oordeelde dat zijn pionnenstelling inmiddels beter was  en dast bleek ook toen hij pionwinst kon noteren. Ondanks taai verdedigen  ging Oeds toch ten onder.  Roelof Kreulen liet zich niet verrassen door de Italiaanse verdediging van Dimitri Delsman.  Na afruil van de dames had hij sterk initiatief  met dubbele paard-aanval op c7. Dimitri moest de rokade opgeven waarna  Roelof een stuk kon offeren voor de aanval.  Met  twee stukken  (zwart) tegen vier pionnen en de kwaliteit (wit) werd het gecompliceerd, totdat Dimitri een van zijn  stukken cadeau  gaf.  John Folkers verraste  Olivier Vernooy in het eindspel.  Deze dacht door het weggeven van twee pionnen een andere naar promotie te voeren, maar dat liep anders want juist Johns verbonden vrijpionnen stoomden door.  Charrel Brandenburg schoof  de Franse variant door waarmee hij Frans van Emst dwong zijn  heil op de damevleugel te zoeken. Deze snoepte een pion, en nog een, en omdat de witte aanval op de koningsvleugel stokte, waren die pionnen na afruil van de dames beslissend, zeker toen  Charrel ook nog een kwaliteit verloor door een onvoorziene " paardvork "op zijn beide torens. De luidste overwinning werd gevierd door Gerald Bouw die eindelijk  weer eens loon naar werken kreeg  toen hij Jelmer de Goede in een matnet wist te vangen.