Koplopers niet in gevaar

In de zesde ronde lentecompetitie  gaven de deelnemers  op waarachtige wijze inhoud  aan het begrip  cafeschaak, daarmee passende eer bewijzend  aan  de gerenoveerde  locatie-Bultweg.  Het

De twee partijen in  de kampioensplayoffs  hadden  een serieuzer karakter:  Ingrid Jansen  verzuimde tegen Jon Derks een pion te winnen en toen ze in tijdnood alsnog een pion trachtte te verschalken  ging een volle toren verloren door een  aftrekschaakje. Auke  van Urk trachtte Henk van Dijk te verrassen, moest daarvoor een vol stuk investeren en kreeg op het moment suprème  de mataanval niet afgerond, zodat hij met remise genoegen moest nemen.

Gerald Bouw kroop door het oog van de naald omdat Oeds Dijkstra  de voorkeur gaf aan veiligstellen van zijn koning boven een paardvork met familieschaak. Toen Gerald besefte  aan welk noodlot  hij was ontkomen was zijn geluk  nauwelijks tot bedaren te brengen. De partij verzandde daarna in remise, een uitslag waarmee  Gerald meer  dan gelukkig was. Olivier Vernooy verschalkte  de ongelukkige Jaap van der Hulst. Weliswaar was hij een pion en een stuk achter gekomen en maakte Jaap zich juist op voor het slotoffensief,  maar deze besefte  te laat  dat hij maar 60  eigen minuten de tijd had voor de  gehele partij,  zonder verlenging. Hij ging door de klok. Frans van Emst won 2 pionnen tegen Jan Bijker, op elke flank één,  maar trachtte te lang aan dat voordeel vast te houden in plaats van op de koningsflank op te stomen met zijn pionnenmeerderheid.  De vijandelijke torens kregen de kans zijn koning in het nauw te brengen, en zo moest hij ondanks materieel voordeel  remise  accepteren. Aan het bord van Martinus Scheeringa en Jaap de Koning gold "zo gewonnen, zo geronnen".  Met secuur spel won Martinus een ingesloten loper, om kort daarop een volle toren weg te geven. Daarna was het de beurt  aan Jaap om  de  zojuist veroverde voorsprong weer te verspelen:  hij gaf de toren weg en liep ook nog mat.  Gerrit Schoenmaker had voordeel bereikt tegen Roelof Kreulen  door een centrumvrijpion  te  behalen. Roelof  was wel tevreden met remise, maar Gerrit voelde dat er meer  in zat.  Na torenafruil gaf hij  zijn vrijpion voor vrije passage van zijn koning en hij telde het punt al toen plotsklaps Roelofs koning  toch de doorgang versperde. Omdat beiden al geruime tijd  niet meer genoteerd hadden  moesten wedstrijdleider  en  getuigen er  aan te pas komen om de gemoederen te  bedaren. Het bleek dat in de spanning Roelof een dubbelzet  gedaan had, die Gerrit niet direct had opgemerkt.. De vrede werd getekend  met een punt voor Gerrit en voortzetting van het lidmaatschap.