Dick Stavast weer schaakkampioen
Met nog twee ronden te gaan in de playoffs voor het clubkampioenschap is Dick Stavast al zeker van prolongatie van zijn titel. Zijn belangrijkste rivaal, Auke van Urk, won weliswaar zijn partij van Jon Derks – die in het Engels kort na de opening in een valletje trapte dat hem kwaliteitsverlies en een onsamenhangende reststelling met een koning in open veld opleverde – maar Dick zelf boekte zijn achtste overwinning op rij- ditmaal ten koste van Ingrid Jansen. In een mixopening kwam Ingrid met de passieve zet c7-c6 aanvankelijk in het nadeel, maar toen haar tegenstander een overbodige tussenzet inlaste kreeg ze toch weer volwaardig tegenspel. Het plotselinge einde kwam toen Ingrid in tijdnood een stuk weggaf. Henk van Dijk verstevigde zijn derde plek door winst op Jan de Smidt die een pion weggaf en in een paard-eindspel terecht kwam met een pion minder. Na secuur rekenwerk haalde Henk het punt op.
Ook de strijd om de lentetitel lijkt gestreden. Roel Kreulen verstevigde zijn koppositie door winst met zwart op Jan Bijker. Hij gaf een kwaliteit voor een pion in de Najdorf-variant van het Siciliaans, waardoor hij een aanval door het centrum kon opzetten. Jan Bijker trachtte met een paardoffer het tij te keren maar dat mislukte volledig en leidde zelf tot dameverlies. Martinus Scheeringa deed goede zaken in de strijd om de derde plek: Met zijn geliefde Grobopening zette hij OIlivier Vernooy op het verkeerde been. Die incasseerde weliswaar een pion maar zag een dodelijke dreiging op de koningsvleugel over het hoofd. Frans van Emst en Oeds Dijkstra hielden de stelling dusdanig gesloten dat remise een voorspelbare uitslag was. Anders ging het aan het bord van Jelmer de Goede en Gerrit Schoenmaker: Gerrit won een pion en bouwde voort aan een gerieflijke stelling, terwijl Jelmer moeite had zijn stukken in goede positie te krijgen. Het paard op g5 stond echter ijzersterk, en toen Gerrit in een ondoordacht moment zijn dame in de aanval speelde ging zij met een aftrekschaak verloren. Mooie zege voor Jelmer dus. Ook Roelof Kreulen won van Gerald Bouw , die remisekansen zag maar achtereenvolgens een aantal pionnen verloren zag gaan. Laat werd het aan het bord van Geert Duiven en Jaap van der Hulst. Het Koningsindisch werd omzichtig gespeeld en Geert leek het beste van het spel te hebben, totdat hij overging tot grootscheepse afruil van de zware stukken. Jaaps koning was plotseling oppermachtig en winst lag voor het grijpen, maar de wetenschap zo'n prachtige partij gespeeld te hebben was voor hem voldoende en hij plaatste dan ook een remise-aanbod dat de verraste Geert dankbaar aannam.