Gerald Bouw dwingt Jan Bijker tot uiterste krachtsinspanning

Toen Jan Bijker met een veilige voorsprong van twee pionnen besloot om af te wikkelen naar het eindspel, zal hij niet vermoed hebben dat hij het nog zo lastig zou krijgen tegen Gerald Bouw. Deze laatste profiteerde optimaal van een slordigheidje van Jan, die hem zijn materiële voorsprong kostte. Een sensatie hing in de lucht. Gerald had een zekere remise in handen, maar het vooruitzicht op een dergelijk resultaat moet hem parten hebben gespeeld. Hij speelde wat mindere zetten, waarna Jan de partij alsnog naar zich toe trok en met de schrik vrijkwam. Toch verdient in dit geval de verliezer ook alle lof, omdat hij het zijn zoveel sterker geachte tegenstander zo moeilijk heeft gemaakt.
De beide jeugdspelers Olivier Vernooy en Jelmer de Goede hadden hun avond niet. Olivier gaf al op de 9e zet zijn dame weg tegen Martinus Scheeringa en Jelmer verloor in zijn partij met Gerrit Schoenmaker een loper als gevolg van een penning. Ze hoeven niet te wanhopen wanneer ze kijken naar Dimitri Delsman die pas aan zijn tweede seizoen bezig is en nu al in de kop van de ranglijst meedraait.
Jan de Smidt bracht tegen Marcus Pliester wederom zijn geliefde Noteboomvariant van het Slavisch op het bord. Het werd een spannende partij met kansen voor beide partijen en een remiseslot zonder zure gezichten. Ook Frans van Emst en Oeds Dijkstra konden prima leven met hun remise. Het evenwicht was nergens verbroken geweest, maar afgezien daarvan : heeft welke uitslag dan ook het goede humeur van deze beide mannen ooit verstoord?
In de partij tussen Jaap van der Hulst en Henk van Dijk kwam een scherpe bestrijding van de Trompovsky op het bord, waarbij zwart (Henk) met zijn dame op pionnenroof gaat. Met deze variant zijn talloze partijen gespeeld. Idealiter probeert wit van zijn ontwikkelingsvoorsprong gebruik te maken om een aanval op gang te zetten en (eventueel) de dame te vangen. Zwart probeert zijn buit in veiligheid te brengen. Het luistert allemaal erg nauw. Vaak komt er van die aanval niets terecht en staat wit gewoon een paar pionnen achter. Zo ook in deze partij. Bij de derde pion hield Jaap het voor gezien.
Wolter Visscher loodste een in het middenspel veroverd pionnetje bekwaam het eindspel in. Tegenstander Roelof Kreulen wist niet voldoende tegenspel te creëren en moest zich gewonnen geven. Een voor iedereen lastige tegenstander blijft Yun Ché Hu. Zijn razendsnelle spel heeft al menig tegenstander tot wanhoop gedreven. Dit keer liet Geert Duiven zich verleiden om mee te gaan in dat snelle spel. Achteraf zeer tot zijn spijt, want een moment van onoplettendheid kostte Geert een vol stuk en niet veel later de partij.
Dimitri Delsman moest het opnemen tegen de koploper. Maar Dick Stavast vatte de opening wat te licht op en dacht een ongebruikelijke zet van zijn tegenstander af te kunnen straffen met een overgang naar de vierpionnenvariant van het koningsindisch. Dimitri reageerde adequaat. Om nog een enigszins acceptabele stelling over te houden, besloot Dick een verzwakking van de diagonaal a7-g1 toe te staan. Het veld c5 speelde een sleutelrol in de zwarte strategie. Dimitri kon dat veld met paard, dame en mogelijk zelfs loper bezetten. Hij koos voor het paard, maar in dat geval had hij de positie van het paard met de pionzet a7-a5 moeten verzekeren. Toen hij wit de gelegenheid gaf om het paard te verjagen, waren de witte problemen voorbij en moest zwart vechten voor remise. Dat deed Dimitri met verve, hoewel het uiteindelijk net niet genoeg was.
Jon Derks en Auke van Urk naderen zo langzamerhand hun honderdste onderlinge partij of zijn ze er al overheen? Tussen die circa honderd partijen zal men tevergeefs naar bloedeloze remises zoeken. Deze heren vechten hun duels uit met het mes op tafel. Jon Derks leek aan het langste eind te trekken, nadat hij de aanval op zijn koningsstelling had afgeslagen en een kwaliteit had gewonnen. Toen Jon even later de kwaliteit geheel onnodig weer weggaf, was dit de opmaat voor een reeks mindere zetten en regelrechte blunders. Gedurende een aantal zetten leek het er wel op of wit en zwart in eendrachtige samenwerking de witte stelling aan het slopen waren. Jon was echt even finaal de kluts kwijt. Nadat hij weer bij zinnen was gekomen en een klinische blik op zijn stelling had geworpen, zag hij dat hij een stuk minder had, terwijl van de gedroomde mataanval in de verste verte geen sprake was. Teleurgesteld gaf hij op.