schaakcompetities


Geen wijzigingen in de topposities van de schaakcompetities




In de lentecompetitie probeerde Gerald Bouw Roelof Kreulen te verschalken in een vierpaardenspel. In het middenspel zag hij echter stukverlies over het hoofd, en toen hij vervolgens op de afruil speelde bleef hij enkele pionnen achter. Het stuk kon hij vervolgens terugwinnen maar daarmee liet hij wel toe dat Roelof  een mataanval kon inzetten en afronden.
Jaap van der Hulst had in de competitie een lesje gehad van Geert Duiven en  was dus op revanche belust. In een Konings-Indische partij kreeg Jaap met zwart een ontwikkelings-voorsprong door behoudend  spel van Geert. Desalniettemin zette Geert een aanval in, die gedoemd was te mislukken waarna hij een stortvloed van zwarte stukken op zich zag afkomen. Een dreigend familieschaak leidde tot materiaalverlies voor wit en winst voor zwart.
 Oeds Dijkstra en Rody Holtrop  verlieten snel de theorie. Rody trachtte met zwart Oeds te verleiden tot het aannemen van offers maar deze koos voor een solide opbouw. Toen Rody koos voor de lange rokade dirigeerde Oeds zijn stukken naar de damevleugel voor een aanval terwijl zijn tegenstander koos voor torens op de g- en h-lijn. Met sterke paarden dwong wit vervolgens zwart tot verdedigen waarbij deze de torens niet kon inzetten. Toen één van die torens sneuvelde vanwege aftrekschaak was de strijd beslist. Oeds maakte geen fouten in de afwikkeling en Rody restte niets anders meer dan capituleren.
Yun-Che Hu kon bij afwezigheid van Henk van Dijk en Marcus Pliester  aanhaken bij de top indien hij met wit Ingrid Jansen zou verslaan. Die had echter andere plannen dan daaraan mee te werken. Yun-Che ging voortvarend te werk en offerde paard en loper tegen toren en 2 pionnen. Met het loperpaar manoevreerde zwart naar tegenkansen en met nog 3 minuten bedenktijd op de klok ging ze in de aanval. Wit gebruikte zijn overvloed aan bedenktijd niet, zette te snel en zag tot zijn verbijstering dat mat niet meer te vermijden was.
Martinus Scheeringa en Roel kreulen streden om de vierde plaats. Het werd een spectaculaire partij na niet-aangenomen damegambiet. Het opspelen van de d-pion  op de 20ste zet was een foutje van Martinus maar Roel had veel bedenktijd nodig om zijn voorsprong vast te houden en op te waarderen tot mataanval, zodat hij bij de  laatste zetten voor de tijdcontrole onvolkomenheden produceerde waardoor Martinus op de 36e zet pardoes de vijandelijke dame kon incasseren.

Bij de strijd om de clubtitel  verstevigden Auke van Urk en Dick Stavast hun leidende posities, terwijl Stef van Kesteren  goed blijft volgen. Stef won van Frans van Emst die vanwege een slechte ervaring in de vorige partij met Stef afzag van de rokade in het Hollands. Met kunst een vliegwerk kon hij de flankaanval pareren, maar de consequentie was dat Stef met de dame de b-pion veroverde. Toen ook na afruil van de zware stukken de zwarte koning het middenveld onder controle kreeg kwam wit in zetdwang, en streek hij de vlag. Bert van Steenbergen koos met wit voor een onorthodoxe opening, en hij kreeg daarmee voordeel. Een veropgerukte pion belemmerde Aukes ontwikkeling en het zwarte pionnencentrum dat deze als troef  had aangemerkt, werd door Bert vakkundig opgeblazen. Het enige dat de koploper nog restte was het zoeken van complicaties, en met succes. Bert vergiste zich, verloor een kwaliteit bij een verrassende paardsprong en wat erger was: zijn koning kwam in een spervuur van vijandelijke stukken en liep mat.
Jon Derks was er op uit om met wit tegen Dick Stavast de derde plaats er in het vizier te krijgen. Maar in de afruilvariant van het Slavisch verspeelde hij met zijn loper een tempo, waardoor Dick gemakkelijk spel kreeg. Vrees voor een in feite ongevaarlijke penning deed Jon vervolgens besluiten om een aantal voorzichtige zetten te spelen, waardoor hij een pion verloor. Na nog enige schermutselingen in het middenspel bereikte Dick zo een gewonnen eindspel, dat hij niet meer uit handen gaf.