Steenwijker schakers nemen revanche op Heerenveen

Nadat ze de heenwedstrijd in december hadden verloren van Heerenveen, was er de schakers van het tweede team van Steenwijk alles aan gelegen een beter resultaat neer te zetten in de thuiswedstrijd, en dat lukte ! Yun-Che Hu ’s tegenstander Wiebe Oppenhuizen opende sterk waardoor Yun-Che met zwart aan bord 5 weinig bewegingsvrijheid had en ook niet kon rokeren. In de aanval lette Wiebe niet op een pionnetje meer of minder maar drong met zijn paarden de zwarte stelling binnen op zoek naar mat. Eén onoplettendheid kostte wit echter zowel zijn dame als een loper, en toen was de strijd voorbij met afgetekende winst voor Yun-Che. Aan bord 4 verzeilden Martinus Scheeringa en Herman Bos in een aangenomen dame-gambiet, en nadat Martinus met wit de c-lijn in bezit had genomen en met zijn dame via c6 en zijn 2 paarden op de koningsvleugel de zwarte koning onder vuur namen, was het snel over omdat na een drijfjacht op de koning dameverlies door Bos niet meer te voorkomen was. Die 2-0 voorsprong voor Steenwijk ging weer teniet doordat aan bord 6 Wim Rehorst met wit weliswaar stevig in de aanval ging tegen de Heerenveense nestor Sietse de Jong – beide heren zijn liefst 83 jaren jong ! – maar De Jong een fout op de 15e zet van Rehorst goed afstrafte met stukwinst, waarna hij het karwei bekwaam afmaakte, terwijl aan bord 2 Ingrid Jansen tegen de andere De Jong, Peter, in een Italiaanse partij veel tijd gebruikte op haar aanval op de koningsvleugel op te zetten, daarbij De Jong kansen op de damevleugel gevend waarvan hij dankbaar gebruik maakte door 2 pionnen te veroveren. Ingrid haalde weliswaar de tijdcontrole op de 35e zet maar bleek met een ruinestelling te blijven zitten en gaf op. Aan bord 1 was Frans van Emst met zwart tegen Roelof Klinkers ondanks ruimtevoordeel op de damevleugel niet verder gekomen zodat hij genoodzaakt was de stelling te openen met oprukken van zijn b-pion. Aan de algehele afruil die daarop volgde hield hij weliswaar een paard tegen een loper over, maar dat bleek ruim onvoldoende voor doosprelen op winst, zodat remise een logische uitslag was. Aan de borden 7 en 8 vochten inmiddels Roelof Kreulen met zwart tegen Rinze van den Berg en Geert Duiven met wit tegen Erik Klaasen om de zo broodnodige punten. Roelof had in het middenspel 2 vijandelijke stukken verkregen tegen 1 toren en 1 pion, maar hij moest alle zeilen bijzetten om die stukken ook actief te maken. Na een volgende afruil blunderde wit in het eindspel een toren weg en gaf hij op. Geert kwam tegen Klaasen in de Berlijnse variant van het Spaans terecht met tegengestelde rokades, en won in een uiterst scherp middenspel een volstuk. Alhoewel zwart nog probeerde met zijn toren via de h-lijn Geerts feestje te verstoren, wikkelde die rustig af naar winst. Daarmee hadden Roelof en Geert de overwinning van het team veilig gesteld, en was het afwachten of Jaap van der Hulst tegen de Heerenveense dame, Thea Koen, een stagiaire uit Zuid-Afrika, kon stand houden. Jaap koos voor de Caro-Kann, die door Thea werd doorgeschoven waardoor Jaap aanval kreeg op de damevleugel maar tegelijkertijd een aanval op zijn koningsvleugel moest afweren. Aanvankelijk leek die verdediging te slagen maar toen witte alle materiaal inzette moest Jaap een essentiele pion geven, en kon hij in tijdnood niet de optimale voortzettingen vinden en kostte uiteindelijk “zetdwang” hem de partij. Thea Koen vertrekt na een jaar verblijf in Heerenveen begin maart weer naar haar thuisland en nam als herinnering aan Steenwijk naast haar overwinning ook de uitgave van het Steenwijker clubblad mee om in Zuid-Afrika aan de schakers te laten zien hoe men hier de schaakverslagen verwerkt.