960 Schaak op laatste schaakavond

Als je alle boeken zou verzamelen die alleen al over de openingstheorie van het schaakspel geschreven zijn zou een ruimte als de bibliotheek van Steenwijk lang niet voldoende zijn om ze uit te stallen. Veel schaakopeningen zijn uitgeanalyseerd tot ver voorbij de 20e zet. Er zijn schakers die van mening zijn dat hierdoor het creatieve element in het schaakspel in het gedrang komt. Onder hen was de geniale Amerikaanse ex-wereldkampioen Bobby Fischer, die ook een mogelijke uitweg aangaf. Waarom – zo redeneerde hij – zou een schaakpartij altijd met dezelfde beginpositie moeten starten? Hij stelde voor de stukken van wit en zwart (met enige restricties) willekeurig op te stellen op de onderste en de bovenste rij van het schaakbord. Enig rekenwerk leert dat daardoor 960 verschillende beginstanden mogelijk zijn. En als je dan van te voren niet weet met welke beginstand je te maken krijgt heeft het ook weinig zin om je - zoals in het gewone schaak gebeurt – op een bepaalde tegenstander voor te bereiden. Op de laatste clubavond van 2009 experimenteerde de schaakclub Steenwijk met dit zg. 960- schaak, ook wel Fischerschaak of randomchess genoemd. Geert Duiven nam een speciale schaakklok mee , die met één druk op de knop één van die 960 stellingen genereerde en zo werd er een toernooi gehouden van 5 ronden (en dus 5 verschillende beginposities) met 15 minuten bedenktijd per persoon per partij. Om in de sfeer van de feestdagen te blijven waren er ook kerstkransen en kniepertjes (langsgebracht door Oeds Dijkstra en zijn vrouw) bij de koffie en later chips voor bij de borrel. Toch werd er ook nog fanatiek geschaakt. Clubkampioen Dick Stavast bleek het best bestand tegen de problemen die door de vreemde beginposities opgeworpen werden, met 4½ uit 5 eindigde hij als eerste. Verrassende tweede werd , met slechts een half punt achterstand, Yun-Che Hu. De derde plaats was voor Frans van Emst en Auke van Urk, met 3½ punt. Vierde was Ingrid Jansen met 3 uit 5, gevolgd door Waheeb Qatina met 2½. Marcus Pliester, Gerrit Schoenmaker en Geert Duiven eindigden op 2 uit 5. In de achterhoede belandden de routiniers Henk Mante en Roelof Kreulen, voor wie al dit nieuwerwetse gedoe misschien wat te veel van het goede was.