Verdiende remise voor schaker Gerald Bouw

In de twaalfde ronde van de onderlinge competitie kreeg Marcus Pliester te maken met het aanstormend talent van Geert Duiven. Een kleine onbezonnenheid in de opening kostte Geert een loper, maar dat weerhield hem er niet van om de aanval te blijven kiezen. Na de pionzet e4-e5 trok Marcus zijn paard van f6 weer helemaal terug naar g8 en kreeg wit druk op de zwarte koning. Op de zwarte tegenkansen lette Geert echter nog te weinig. Hij had even een gaatje moeten maken voor zijn koning. Nu gaf hij noodgedwongen op, juist voor er mat op de onderste lijn zou volgen.
Auke van Urk speelde Koningsindisch tegen Martinus Scheeringa. Alles volgens het boekje tot Auke in het middenspel een pion offerde om diagonalen vrij te krijgen voor zijn lopers. Martinus die zo vaak gedijt in moeilijke stellingen, raakte ditmaal het spoor bijster en bleef in de combinaties die volgden een toren achter.
Marcus en Auke, die elkaar niet veel ontlopen, blijven zo stevig op kop.
Ed Ashness speelde gezonde ontwikkelingszetten tegen Jon Derks maar was wat  te weinig alert op de veiligheid van zijn koning. Hij liep mat door een dame op h2 die gedekt werd door een paard op f3. Met deze overwinning lonkte Jon naar de derde plaats op de ranglijst, waardoor Frans van Emst zich gedwongen voelde om tegen Roelof Kreulen tot het uiterste te gaan. Frans had het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt door zelf een Hollandse verdediging met een Stonewall neer te zetten. Roelof hield de zaak vakkundig dicht, en schaaktechnisch gezien was er niets aan de hand, behalve dan dat hij zag aankomen dat hij door de klok zou gaan, en stoïcijns opgaf. Zo houdt Frans zijn derde plaats nog even vast.
Bert van Steenbergen en Oeds Dijkstra speelden een wel zeer onconventionele Siciliaanse partij. Oeds kon al meteen een pion winnen, maar zag dat niet, en leed toen even later onnodig stukverlies. Toch hield zwart nog lang tegenspel door de witte ontwikkeling te remmen. Het witte b-paard kwam pas op de 29ste zet voor het eerst van stal. Uiteindelijk kon zwart het toen niet meer redden.
Jaap van der Hulst startte tegen Gerald Bouw zeer voorzichtig vanuit een hedgehog-opstelling maar maakte later, nogal inconsekwent en gevaarlijk, het centrum zelf open. Zo kreeg Gerald het initiatief. Jaap dacht remise door eeuwig schaak te hebben, maar dat was niet zo. Wel raakte hij zijn dame kwijt. Gerald had de winst in handen maar was wat te voorzichtig waardoor Jaap de kans kreeg om de materiële achterstand weer in te lopen. Remise was toen de terechte uitkomst.