Met de hakken over de sloot


We mogen het in het komende seizoen weer eens in de promotieklasse proberen, maar zoals Henk al schreef, als de laatste drie wedstrijden in de 1e klasse maatgevend zijn zal het een zwaar seizoen worden.
In de slotronde van de FSB-competitie misten we afgelopen zaterdag Matthijs, die het 75-jarig jubileum van de bridgeclub hoger op zijn prioriteitenlijst had staan. Voor hem speelde regerend Lentekampioen Bert, die de zieke beoogde invaller Frans verving.
Mid Fryslân heeft een jong team met weliswaar de laagste gemiddelde rating van klasse 1b, maar staat wel met 6 matchpunten op de derde plaats. Niet te onderschatten dus.

We begonnen voortvarend in Leeuwarden. Al vroeg in de middag had teamcaptain Jon (met wit) een loper van zijn tegenstander Thomas Douma te pakken. Maar wat er daarna gebeurde zal wel altijd een raadsel blijven. Was het misschien het boze oog van René Wolfslag en Michiel Takkebos, aanwezig namens Schaakcombinatie Leeuwarden, dat zelf niet hoefde te spelen, maar bij verlies of gelijkspel van Steenwijk nog kampioen kon worden? Was het Jon zelf die in zijn onderbewuste besefte dat een makkelijke winst de rest van het team tot lichtzinnig spel zou kunnen verleiden?

Hoe dan ook, zo'n 10 zetten later stond de linker stelling op het bord. Er is duidelijk
het één en ander misgegaan aan de Steenwijker kant.




Inmiddels had Roel, die er op
gebrand was zijn 100% score in de FSB te handhaven, de zg. Fried Liver Attack (ik ken er helaas geen Nederlandse naam voor ) op het bord staan: 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Pf6 4. Pg5 d5 5. exd5 Pxd5 ?! (dit zou je lichtzinnig van zwart kunnen noemen, meestal speelt zwart hier 6. ...Pa5) 6. Pxf7 Kxf7 7. Df3+ Ke6
Een beruchte stelling, de geleerden zijn het er geloof ik nog steeds niet over eens of het nu wel of niet gewonnen is voor wit.
Maar hoe dan ook, zwart heeft het een stuk moeilijker dan wit en maakt alleen kans als hij alle ins en outs van de stelling kent. Dat was niet het geval bij Trevin Nettinga, Roels tegenstander en na 21 zetten had Roel het punt binnen en daarmee ook de 1e plaats op de topscorerslijst van klasse 1b.



Ook Dick kwam op 6 uit 6. Dick heeft wit tegen Jan Lodewijk Boonstra In deze stelling dacht hij lang na: moet het aangevallen paard naar het mooie veld e5 ten koste van een pion of is Pd2 beter. Uiteindelijk koos hij voor  15. Pe5
Er volgde 15. ....Dxb3 (beter was 0-0) 16. c4 Db6 17 Dc2 Lf6 ? 18. Tfb1 Dc7 (18. ...Dd8 19. Pxc6 bxc6 20. Dxe4 is even slecht voor zwart) 19. Pg6 met materiaalwinst. Even later had hij het punt binnen.


Zelf had ik het me een stuk makkelijker kunnen maken als ik in deze stelling tegen Geart Jacob de Jong niet automatisch 9. ....bxc6? had gespeeld, daarbij de mogelijkheid 9. ....Pxf2 over het hoofd ziend. Na Pxf2 kan het als volgt verder gaan: 10. Kxf2 Dh4+ 11. Kf1 Lxd4+ (dreigt mat op f2) 12. Le3 Lxb2 13. Lxd5 Lxa1 en de witte stelling is een droevige puinhoop. Ik kende deze wending wel, maar ja, even niet aan gedacht. Nu duurde het nog geruime tijd voor ik mijn puntje bij kon schrijven. Inmiddels was het dus 3 - 1 voor Steenwijk, maar Bert en Pieter zaten in de problemen en bij Ingrid is het altijd maar hopen dat zij de klok te vlug af is.

Dit was na 20 zetten de stelling  bij de partij tussen Menno Steenstra en Bert. De stelling is volmaakt in evenwicht, maar dat duurde maar kort.
Er volgde 21. c4? e4 (kennelijk hopend op 22. Pxe4 Lxc4 met kwaliteitswinst. Maar ipv e4 had Bert 21. ... Lg2! kunnen doen en na 22. Tg1 Txd4 23. D weg  L weg van g2 is hij een gezonde pion voor). Nu ging het mis na 22. Dc2 Tc8 23. Tc1 Db7 24. Db3 Lxc4?
25. Pxc4 Dd5 26. Tfd1 b5 27. Pa5
De penning van het paard op c4 stelde dus niets voor en zwart staat gewoon een stuk achter. Bert redde het dan ook niet.
Dit is de stelling van Pieter (zwart) tegen Geert van der Velde na wits 16. Tfd1 Zwart staat wat ongemakkelijk en dat wordt nog erger na het door Pieter gespeelde 16. ....Dc7. Wit speelde nu 17. Pce5, niet slecht, maar met 17. Pa5 had hij beter van de penning langs de c-lijn kunnen profiteren. Op Pce5 volgde 17. ....Lb7 18. Tac1 Tac8 19. Td4? en nu had Pieter het evenwicht kunnen herstellen met 19. ....Pxd4 20. Dxc7 Txc7  21. Txc7  Pxe2+  22. Kf1 Lxf3 23. Pxf3 Pd5 Zwart heeft tijdelijk een stuk meer, maar het paard op e2 kan niet weg, het staat nu gelijk. Pieter deed 19. ......Tfd8 20. Th4? (dus dat was de bedoeling. Pieter laat zich bang maken:) 20. ....g6? (Met Dd6! had hij weer gelijk spel gekregen) 21. Pg5? (de stelling is inmiddels uiterst explosief geworden, met 21. Pxf7 had wit hier kunnen winnen ) 21. ....Tf8? (en hier had zwart volgens Fritz10 zelfs kunnen winnen! : 21. ....Pxd4! en zwart komt met een stuk meer uit de verwikkelingen, maar dat is te ingewikkelde voor ons simpele FSB-schakers. 22. Ld3? Ph5?? en nu is het echt uit na 23. Txh5 Fritz10 geeft trouwens 23. Pg4 als nog sterkere zet. Pieter had na 22. Ld3? zelf kunnen profiteren van de penning op de c-lijn met 22. ...Dxe5!! 23. Lxe5 Pxe5  24. Dd2 Pxd3  25. Tf1 (Dxd3 Txc1 is mat) Pe5 en met drie stukken voor de dame en een stelling zonder zwakten ziet het er prima uit voor zwart.
Een wonderlijk spel, dat schaken. Voor diegenen die alle verwikkelingen liever in een computerschaakprogramma willen bekijken: hier is de partij van Pieter als  .pgn bestand.
Kopieren en plakken in Fritz oid.

[White "Geert van der Velde"]
[Black "Pieter van der Zee"]

 1. d4 Nf6 2. Nf3 d5 3. e3 e6 4. Bd3 c5 5. b3 Nc6 6. Bb2 a6
7. O-O Nb4 8. Be2 Be7 9. Nbd2 O-O 10. dxc5 Bxc5 11. a3 Nc6 12. b4 Bd6 13. c4
dxc4 14. Nxc4 Be7 15. Qc2 b5 16. Rfd1 Qc7 17. Nce5 Bb7 18. Rac1 Rac8 19. Rd4
Rfd8 20. Rh4 g6 21. Ng5 Rf8 22. Bd3 Nh5 23. Rxh5 Bxg5 24. Rxg5 f6 25. Nxg6 fxg5
26. Nxf8 Rxf8 27. Be4 Qf7 28. f3 Rc8 29. Qc3 Nd8 30. Qh8# 1-0

Toen was het dus 3 - 3, met alleen de partijen van Henk en Ingrid nog aan de gang.

Hier zie je Henk achter het bord.
Let op de stelling, de zwarte pion op a3 gaat Henk een stuk opleveren en daarmee een gewonnen eindspel.





Fotograaf Jon haastte zich vervolgens naar het bord van Ingrid, waar hij de volgende situatie aantrof
Als je goed kijkt zie je dat Ingrid een kwaliteit voorstaat en ook de kloksituatie is niet dramatisch, 5.39 minuten + natuurlijk 15 seconden per zet.


In zijn rol als teamcaptain gaf hij Ingrid te verstaan, dat een remise van haar voldoende zou zijn en tegenstandster Femke Koning had ook eigenlijk geen redenen om door te spelen. Dat was dus 3½ - 3½ en omdat Henk zijn eindspel keurig naar winst voerde was het kampioenschap dus voor ons