Tweede team verliest weer …

Ook  op  volledige  oorlogssterke is  het  tweede schaakteam er niet in geslaagd  de FSB-ontmoeting tegen SCL 2 te winnen.  De vier "zwarte"  borden verloren, en  de witte brachten maar 2,5 punt op.  Teamcaptain Frans had meer  effect verwacht van zijn zelfopoffering  aan bord 1.

Gerrit Schoenmaker legde als eerste het loodje, terwijl  al spoedig  zowel Yun-Che Hu  als Frans  van Emst aankeken tegen een achterstand van een pion tegen een stuk. Yun-Che  had in gelijkwaardige stelling remise – U leest het goed !! – aangeboden  maar de Leeuwarden teamcaptain  vond  dat nog veel te vroeg.  Dan maar  een opening  forceren door  het sterke paard af te ruilen dacht Yun-Che, maar dat pakte verkeerd  uit.   Ingrid  veroverde die remise wel.  Met  de doorschuifvariant van de CaroKann   mag zwart ook  eigenlijk niet op meer hopen. Ingrid nam met de witte stukken  enig positioneel  voordeel en hield daar het loperpaar aan over, maar  oh   die tijd …

Geert Duiven  speelde Scandinavisch en zag zijn tegenstander  een aantal dreigingen met de dame uitvoeren  waardoor deze te langzaam ontwikkelde.  Geert voerde de druk in het centrum op en wist de avontuurlijke dame  middels penning  op de koning te  winnen.  Martinus Scheeringa  kwam met zijn zwarte flankverdediging  h6 en g5 toch weer een pionnetje voor, maar verzuimde  later  zijn torens  te verdubbelen. Het initiatief kwam bij zijn tegenstander en het punt ook.  De Torre-opening van Jaap van der Hulst werd beantwoord met dame c7 en een snelle e5.  Dat gaf  hoofdbrekens en zwart veroverde daarmee  zelfs een pion op de koningsvleugel en  drong wit  fors in de verdediging. Dat deed deze  goed en zijn "egelstelling"  bleek  sterk genoeg voor   remise.  Daarmee was de tussenstand 4-2 voor de SchaakCombinatieLeeuwarden  en dat was voor Jan de Smidt  - een blik werpend op het enige nog resterende  bord naast hem –  het moment  om remise aan te bieden ook al had hij  na de Philidorverdediging van zijn rivaal een pionnetje  voordeel veroverd.  Wellicht ook had er bij doorspelen  meer voor  hem  ingezeten. Aan het belendende bord  worstelde  Frans  nog steeds  met  genoemde  materiele achterstand opgelopen doordat hij in het  Frans  een aanstormend paard niet tijdig had  afgeruild.  Weliswaar was  daarna zijn dame erg actief geweest achter de witte linies, maar inmiddels was die op eigen helft teruggedrongen.  Toen dameruil niet meer te voorkomen was gaf hij op.

 

In de onderlinge competitie succes voor de drie nieuwe leden. Charrel Brandenburg  en Jaap de Koning voerden een gelijkopgaande strijd totdat laatstgenoemde  pardoes een loper weggaf.  Bert Dassen overrompelde Gerald Bouw vanuit een onregelmatige Franse verdediging. Hij won een kwaliteit , opende de b-lijn en drong met zijn torens binnen om met  "mat achter de paaltjes"  te eindigen. Ook Olivier Vernooij moest zijn meerdere erkennen in Pieter van der Zee. Hij werd opgezadeld met een dubbelpion op de koningsvleugel  en met het loperpaar gericht  op die kreupele stelling  kon Pieter een mataanval  beramen Ook Jelmer de Goede probeerde  de Franse verdediging, maar Dimitri Delsman trad doortastend op. Hij ruilde zijn loper voor een paard, en won een pion. Die won Jelmer -  met rente bovendien - terug, maar door  dubbele aanval op dame en toren  kreeg wit mat in handen.  Jon Derks en Roel Kreulen speelden een scherpe partij met wisselende kansen en zwakkere zetten. Enigszins geschrokken werd op de 17e zet remise overeengekomen. De beide andere spelers van het eerste team volgden dat voorbeeld niet: Henk van Dijk voerde vanuit de Nimzo-Larsen-opening de druk  op de stelling van Roelof Kreulen op met lopers en dame, en  dat wierp uiteindelijk volle vruchten af.  Oeds Dijkstra moest tegen Marcus Pliester  een pion offeren voor ruimte, maar een penning kostte hem vervolgens ook nog een stuk. Dat voordeel bleef ook na afruil in stand en toen het witte paard verder onheil stichtte  in de zwarte linies gooide  Oeds  het bijltje er bij neer.