De top van het 1e schaakteam liet het volledig afweten in Drachten. Het bontst maakte Auke van Urk het, die al binnen 20 zetten door zijn tegenstander (angstgegner Roelof Hazenberg) opgerold werd. Ook Dick Stavast was al vrij snel na de opening in een uiterst penibele situatie terechtgekomen en zag zich gedwongen de dame te geven voor een toren en een paard.

Hij hoopte met het resterende materiaal een onneembare vesting te kunnen opbouwen, maar zijn tegenstander gaf hem daartoe geen kans.

Ook aan een aantal andere borden zag het er aanvankelijk niet best uit voor Steenwijk. Lichtpuntjes vielen te noteren aan bord 4 en bord 8, waar Henk van Dijk en invaller Roel Kreulen mooie stellingen opgebouwd hadden.

Henk van Dijk zag jammer genoeg geen mogelijkheden om zijn onmiskenbare voordeel tot winst uit te bouwen en deelde het punt, maar daar stond tegenover dat aan een aantal andere borden de situatie sterk in Steenwijks voordeel veranderde. Jon Derks wist zich langzaam maar zeker aan de druk op zijn stelling te ontworstelen  en kwam in een gunstig eindspel terecht toen hij de gelegenheid kreeg zijn dame te ruilen tegen twee torens. Ook Wolter Visscher, die zich nauwkeurig moest verdedigen tegen een lastige koningsaanval langs de b-lijn sloeg die aanval af en won in het eindspel. Henk Wichers had ook te maken met een koningsaanval, hier langs de g-lijn. Ook hij sloeg de aanval af en wist een gunstig toreneindspel met een pluspion te bereiken. Maar pluspionnen zijn in een toreneindspel lang niet altijd doorslaggevend en hij moest genoegen nemen met remise.. Het verhaal wordt  eentonig, want ook Marcus Pliester kwam niet best uit de opening, verdedigde zich echter nauwkeurig en wist uiteindelijk zijn tegenstander te verschalken.

Roel Kreulen tenslotte bereikte na allerlei spannende verwikkelingen een onoverzichtelijk eindspel waarin hij een toren meer had, maar zijn tegenstander kon bogen op twee gevaarlijke vrijpionnen. Gelukkig gaf Roels materiĆ«le evenwicht de doorslag, wat een eindresultaat van 5-3 in Steenwijks voordeel betekende, weliswaar minder dan de 7½- ½ -overwinning die Steenwijk vorig jaar boekte, maar eentje waarbij de Steenwijkers deze keer de handen  dichtknepen.

 

 

In de experimentele viertallencompetitie die dit jaar is opgezet in de FSB en de NOSBO speelde het viertal van Steenwijk afgelopen dinsdag thuis tegen Assen 2.

Een NOSBO-team, dus met vier voor Steenwijk onbekende tegenstanders, die naar later bleek een aanzienlijk hogere KNSB-ranking bezaten. De start was een beetje rommelig want geen van de aanwezigen wist precies hoe het speeltempo – 90 minuten voor de hele partij + 15 seconden extra per zet op de klokken ingesteld moest worden. Daarom werd overeengekomen het tempo te bepalen op 1 uur  en 45 minuten voor de hele partij.

Dat was natuurlijk uiterst ongunstig voor Ingrid Jansen, die zo vaak de extra 15 minuten na zet 35 als redding nodig heeft, maar weer gunstig voor Yun Che Hu die  nog nooit 1 uur en 45 minuten nodig heeft gehad voor een hele partij. Aan bord 1 speelde Auke van Urk een degelijke partij, waarbij hij voortdurend een licht voordeel had. Zijn tegenstander wist echter de gevaren te bezweren en een pionneneindspel met voor beide koningen ondoordringbare stellingen te bereiken, remise dus. Yun Che ging, zijn speelstijl getrouw, direkt na de opening in de aanval op de lang gerokeerde koning van zijn tegenstander. Die deed echter precies hetzelfde met de kort gerokeerde koning van Yun Che en zijn aanval was veel gevaarlijker. Met een loperoffer blies hij YunChe's koningsstelling op. Aanname betekende mat, weigering een uitzichtloze stelling, dus gaf Yun Che op. Gerrit Schoemaker speelde aan bord 4 een goede partij tot hij in een vlaag van schaakblindheid een pionnetje liet instaan. Dat minpionnetje deed hem de das om in het eindspel. Ingrid tenslotte speelde een fraaie partij tegen een tegenstander met enkele honderden elopunten meer, maar het uitdenken van de winstcombinatie kostte veel bedenktijd.  In een huizenhoog gewonnen stand telde de klok onverbiddelijk de laatste seconden af, alleen een snel mat zou nog winst opleveren. Die mogelijkheid zat er vermoedelijk ook wel in, maar vind dat maar eens met nog 3 seconden bedenktijd. Toen Ingrid de zwarte koning de gelegenheid gaf het vrije veld in te vluchten en er geen mat meer te bekennen was , was het pleit beslecht.

 

  In de onderlinge competitie zette Dick Stavast zijn achtervolgers op grotere afstand door zelf van Wolter Visscher te winnen,  in een Catalaanse partij waarbij zijn tegenstander een variant koos die geen van beiden goed kende, maar die een passieve stelling opleverde voor zwart, terwijl Jon Derks en Henk van Dijk in een onregelmatige damepion-opening waarin wit met het loperpaar het eerst tot de aanval kwam, uiteindelijk via zetherhaling tot remise besloten, omdat de zwarte paarden langzaam maar zeker zo'n sterk koppel vormden dat wit geen weg naar winst meer zag.

Jaap de Koning trok met wit snel in de aanval tegen Frans van Emst maar verzuimde het deze lastig te maken. De opstoot e4 kwam te laat en op het verkeerde moment, en  dameafruil leidde een mataanval van zwart in. Roelof Kreulen rolde in het Engels Gerald Bouw op door eerst enkele pionnen te snoepen en vervolgens groter materiaal. Jaap van der Hulst viel op het laatst in en zag Oeds Dijkstra zijn zwarte stukken in het middenspel ten aanval trekken. Oeds koos niet  de sterkste voortzetting, zodat Jaap na goed  verdedigen remise kon afdwingen. Olivier Vernooy was tegen Jelmer de Goede steeds aan de winnende hand, met fors materieel voordeel. Hij ging het eindspel in met een paard meer, maar toen hij dat verspeelde was Jelmer met remise de morele winnaar.  Het langst achter het bord zaten Geert Duiven en Martinus Scheeringa. Na de opening was Martinus te gretig met een paardvork op koning en toren, waarbij hij een verdekt opgestelde verdedigende loper over het hoofd zag. Geert bouwde met dat stuk voorsprong door aan de aanval, terwijl Martinus wanhopig zocht naar mogelijkheden alsnog zijn nadeel in voordeel om te buigen. Ondanks een offensief tegen de witte koning waarbij  noodzakelijkerwijs de eigen verdediging veronachtzaamd moest worden, gaf Geert geen krimp en incasseerde hij het punt.