Gelijkspel na blunderfestival

Het duel tussen het tweede team van schaakvereniging Steenwijk en het eerste team van Rijs is geëindigd in een 4-4 gelijkspel. Na twee achtereenvolgende nederlagen een bemoedigend resultaat, zou je zeggen, maar toch overheerste achteraf het gevoel dat een goede kans op de overwinning was blijven liggen. Steenwijk kwam al snel op voorsprong: Yun Che! Wie anders? Zijn tegenstander had zich in sneltreinvaart twee stukken laten aftroggelen en gaf toen maar op. In de loop van de avond werd deze voorsprong uitgebouwd tot 4-2. Overwinningen voor Jaap van der Hulst, Gerrit Schoenmaker en Ingrid Jansen. Nederlagen voor Jan de Smidt en Roel Kreulen. Roel verkeert de laatste tijd in een wat mindere fase. Door pure onoplettendheid speelde hij zijn tegenstander een winnende aanval in handen. Jan de Smidt gaf onnodig een pion weg en werd toen in het eindspel uitgetikt.
De overwinningen mochten er zijn. De Larsen-opening wordt in handen van Jaap van der Hulst een steeds geduchter wapen. Zijn tegenstanders verkijken zich op de latente kracht van deze rustige opening. Ze nemen het centrum in bezit, ondernemen in de veronderstelling dat ze al half gewonnen hebben een ongemotiveerde actie, waarop Jaap klaar staat om hard toe te slaan. Ook Gerrit Schoenmaker speelde een sterke partij die hem eerst een kwaliteit opleverde en vervolgens een heel stuk. Vooral de stukwinst was fraai. Op een bord vol stukken werd een paard gevangen. Het kon nergens meer heen. Zoiets kom je niet vaak tegen. Ingrid Jansen maakte optimaal gebruik van haar ontwikkelingsvoorsprong door een loper op d6 te nestelen, die de coördinatie in het vijandelijke kamp ernstig bemoeilijkte. Ingrid wist haar stukken in de richting van de verzwakte witte velden rond de koning van haar tegenstander te dirigeren, wat uiteindelijk een stuk opleverde en vervolgens de partij.
Een 4-2 voorsprong dus. Geen vuiltje aan de lucht. Eén remise zou voldoende zijn voor de overwinning. Op het bord van Martinus Scheeringa stond een scherpe stelling. Martinus dreigde een loper op h6 in te sluiten, zijn tegenstander dreigde na pionwinst op d6 met zijn zware stukken binnen te komen. In die partij kon nog van alles gebeuren. Bij Frans van Emst stond een toreneindspel op het bord, dat beter stond voor Rijs, maar de oerdegelijke Frans van Emst zou hier toch een remise uit moeten kunnen slepen? Wat volgde, tart iedere beschrijving. De tegenstander van Frans ruilde de torens, waarmee hij afwikkelde naar een pionneneindspel. Dat kon waarschijnlijk nog wel, maar hij had dan vervolgens eerst een koningszet moeten doen om binnen het vierkant van een eventuele doorgebroken pion van Frans te blijven. Toen hij die koningszet achterwege liet en meteen met zijn pion naar het promotieveld begon te rennen, stond hij op slag verloren. Frans had namelijk ook een pionnendoorbraak en hoewel hij één zet later zou promoveren dan zijn tegenstander, dreigde die promotie wel met schaak(mat). Dat maakte het verschil. Zwart moest sowieso een zet verliezen om het mat op te heffen, maar nog steeds zou Frans met schaak promoveren, wat hem nog een tempo zou opleveren om de doorgebroken pion van zijn tegenstander onschadelijk te maken. Het enige waar Frans op moest letten, was dat hij op het juiste veld zou promoveren. Hij had de keuze tussen slaan op b6 en promoveren op b8 en doorschuiven naar c6 en promoveren op c8. Na promotie op c8 zou wit op zijn volgende zet met Dc2 de vijandelijke vrijpion hebben veroverd. Helaas besloot Frans op weg naar het promotieveld een pionnetje mee te pikken, waarna hij de promotie op b1 niet meer kon verhinderen. Eeuwig zonde, maar Frans had nog steeds ruim voldoende spel voor remise. Het mocht niet zo zijn. Gedurende de volgende vijftien minuten waren de toeschouwers regelmatig de wanhoop nabij. Er werd een volle dame en prise gezet, maar het geschenk werd beleefd geweigerd. Briljante zetten en afzichtelijke blunders wisselden elkaar af. Uiteindelijk bleef er een pionneneindspel over dat simpel voor Rijs gewonnen was. Ondertussen had Martinus verzuimd om eerst het paard op g5 weg te spelen alvorens te proberen de loper te vangen. Nu de witspeler zijn loper tegen het paard kon ruilen, werd de zwakte van pion d6 en de open koningsstelling Martinus fataal.
 
In de interne competitie weliswaar geen verrassende uitslagen, maar het partijverloop van Jaap de Koning tegen Auke van Urk en van Roelof Kreulen tegen Dick Stavast mag zeker verrassend worden genoemd. Jaap liet zich niet imponeren door de reputatie van zijn tegenstander, speelde fris van de lever en stond een tijdlang zeker niet minder dan zijn opponent. Toen Jaap evenwel met een paar pionzetjes zijn eigen koningsstelling verzwakte, kon Auke een aanval op touw zetten en de winst naar zich toe trekken. Nog verrassender ging het eraan toe in het treffen tussen Roelof Kreulen en Dick Stavast. Met ijzersterk openingsspel weerlegde Roelof de oppervlakkige openingsopzet van Dick Stavast. Er ontstonden complicaties die uitermate gunstig waren voor Roelof, maar het binnenhalen van het voordeel vergde wel enig exact rekenwerk. Een te voorzichtige zet liet Dick met de schrik vrijkomen. Een eerder veroverde kwaliteit gaf toen ineens de doorslag in het voordeel van Dick.
Geert Duiven lijkt zijn goede vorm van het begin van het seizoen te hebben hervonden. Hij versloeg Olivier Vernooy met de zwarte stukken. Marcus Pliester bleek te sterk voor Gerald Bouw. Gerald kwam stukverlies niet te boven. Jon Derks en Oeds Dijkstra maakten er een leuke pot van. Oeds snoepte een pionnetje, maar moest daar zwaar voor boeten. Zijn koning kwam ernstig in het nauw. Jon wilde het evenwel te mooi doen en dat gaf Oeds de gelegenheid om althans voorlopig het vege lijf te redden. Oeds vluchtte in een toreneindspel, maar ook dat bleek kansloos. Jelmer de Goede kreeg een lesje in strategie van Wolter Visscher. Het valt niet mee voor onze jeugdleden om op te boksen tegen oude rotten in het vak zoals Wolter Visscher. Maar ooit komt de dag dat de rollen zijn omgedraaid. Dan laten zij de oude rotten alle hoeken van het bord zien! Geduld hebben en veel oefenen! Dan komen de resultaten vanzelf.