Volle  bak  tijdens de   tiende  ronde van de interne  schaakcompetitie, met 11 partijen.  John Folkers trachtte de  opmars  van Dimitri Delsman  te stoppen.  Met direct dame naar  e7 trok hij met zwart ten aanval, maar nadat de dames geruild waren en  zijn paard moest terugtrekken en blijven alleen zijn beide lopers sterk. Toen John torenverlies over het hoofd zag,  kon Dimitri de punten bijschrijven.   Jan Bijker  was na zijn ontsnapping tegen Gerald Bouw op zijn hoede tegen Jelmer de Goede, vooral omdat die de  Aljechin-verdediging  speelde. Jelmer speelde echter te vroeg f5 op en na enpassant-slaan  zakte zijn verdediging  in elkaar. Wolter Visscher verdedigde zich tegen Yun-Che Hu met een gesloten Siciliaan. Ondanks het feit dat hij  goed spel kreeg na afruil van een witte loper tegen een paard, zag het er naar uit dat Wolter met remise genoegen moest nemen.  Yun-Che verblunderde echter plotsklaps een toren en gaf direct op. In de partij tissen Henk van Dijk en Roelof Kreulen ging het er Schots  aan toe.  De zwarte stelling van Roelof kwam direct onder druk, waardoor hij zijn koning in het  centrum moest houden. Hij bezweek onder een paardvork op koning en toren.  Gerald Bouw meende een perfect mat  gecomponeerd te hebben tegen Jaap de Koning, maar had overzien dat deze nog net één reddend zetje had. Vervolgens gingen de witte aanvalsstukken verloren en de was Jaap de lachende tweede.   Jeugdkampioen Olivier Vernooy  ging tegen Gerrit Schoenmaker brutaal in de aanval, maar zag zijn paard opgesloten raken. Na de val ervan had Gerrit geen problemen meer.  Jan de Smidt  en Auke van Urk speelden een ongebruikelijke voortzetting in de Cozio-variant van het Spaans. Er ontstond  een open stelling waarin flink werd afgeruild, en wit 2 vrijpionnen op de a- en b-lijn overhield, en zwart idem dito op de c- en d-lijn.  Met enkele onnauwkeurige zetten gaf Auke Jan de kans de zwarte vrijpionnen onschadelijk te maken, waarna hij het voor gezien hield.   Jaap van der Hulst   zag Oeds Dijkstra  onregelmatig openen.  Het resultaat was bevredigend  voor  zwart, want Jaap won een pion en  later een kwaliteit. Daarmee was overigens de partijwinst nog niet verzekerd,  want Oeds had nog volop aanval.   Toen die echter vastliep  was Jaap winnaar.  Frans van Emst verdedigde Hollands tegen Martinus Scheeringa.  De opening verliep volgens het boekje maar  paardbewegingen  zetten de partij op scherp, en leidden tot bezit van de d-lijn voor wit. Zwart veroverde een pion  en  dwong met zijn witte loper wit tot kleur bekennen. Dat  leidde tot een remiseaanbod dat  Frans graag aannam. Ingrid Jansen liet zich door de Pirc van Geert Duiven niet van de wijs brengen.  Door afruil kwam Geert wat gedrongen te staan, maar Ingrid kon nog niet toeslaan – "hakken" in haar taalgebruik -  op de koningsvleugel. Er dreigde zelfs weer tijdnood , maar  een fout van Geert op de 34e zet maakte aan alle ellende een eind.  Roel Kreulen had zich voorgenomen om ook tegen koploper Dick Stavast  voortvarend te spelen. Hij  moest daartoe op de 4e zet  in een bekende stelling van het Italiaans wel het schijnoffer  op e4 toestaan, waarvan het  in elk geval Dick bekend was dat dat gelijk spel geeft.  Roel reageerde daarop echter niet  optimaal en alhoewel hij de zwarte pionnenstelling verminkte behield zwart het loperpaar. Om de rokade te redden moest Roel een zware concessie doen in de vorm van c2-c4  waardoor de velden d3 en d4 ernstig verzwakt werden.  Dat betekende niet verder aanvallen maar verdedigen en dat ging goed totdat  hij enigszins onnodig twee stukken gaf voor een toren. Toen was er geen houden meer aan en noteerde Dick de punten.

 

Komende week een beperkte onderlinge competitie omdat het tweede team dan in Bolsward speelt tegen Westergoo 2.