Met 4½ - 3½ winst uit Leeuwarden
In de tweede ronde van de FSB-competitie moest de schaakclub Steenwijk in Leeuwarden op bezoek bij het sterke De Burght.
Invaller Yung-Che Hu speelde aan bord 8 aanvankelijk een prima partij, hij won met zwart in een Siciliaanse opening zelfs een pion. Daar stond tegenover dat wit een sterk paard in het centrum kon posteren. Dat gaf zoveel kopzorgen dat Yung-Che de mataanval met de zware stukken van zijn tegenstander over het hoofd zag. De stand werd weer gelijk getrokken door Auke van Urk die in de opening werd verrast door een paardzet van zijn tegenstander en daardoor min of meer gedwongen werd tot een riskante pionnenopmars in het centrum. Toen die niet goed beantwoord werd, werd zijn tegenstander snel overlopen. Dat was dus 1 – 1 na ca. twee uur spelen. In de overige partijen leken de ontwikkelingen gunstig voor de Steenwijkers. Het tweede punt voor Steenwijk werd ingebracht door Jon Derks die zeer tot zijn genoegen zag dat zijn tegenstander in een gecompliceerde stelling zijn loper op een plek neerzette van waaruit hij geen enkele rol meer speelde in het verloop van de strijd. Met virtueel een stuk meer veroverde Jon een flink aantal pionnen, waarop zijn tegenstander het nutteloze van verder verzet inzag. Waheeb Qatina kwam in de opening, Schots gambiet, op onbekend terrein, maar ten koste van veel bedenktijd wist hij in een scherpe stelling de juiste verdediging te vinden. Toen zijn tegenstander vervolgens mistastte kreeg Waheeb het initiatief , maar met het oog op zijn tijdnood ging hij op een remiseaanbod in.
Ook Frans van Emst speelde remise na een opening die hij - naar eigen zeggen - wat te passief
behandeld had. In een stelling waarin hij wat actiever stukkenspel had tegenover een gevaarlijk ver opgerukte a-pion koos hij voor herhaling van zetten; 3 – 2 voor Steenwijk dus.
Een verrassende ruime overwinning leek in het verschiet te liggen. Aan bord 1 was Dick Stavast tegen de Leeuwarder topman een stuk voorgekomen, Marcus Pliester had een kwaliteit veroverd en ook Bert van Steenbergen leek niet ongunstig te staan. Dat viel uiteindelijk toch iets tegen. Dicks tegenstander, die de hele partij met de rug tegen de muur had gestaan, verdedigde zich taai en ruilde het ene pionnetje na het andere af. Toen de laatste pion van Dick – en daarmee zijn laatste winstkans - verloren ging, schikte hij zich in de onvermijdelijke remise. Marcus wist zijn kwaliteit meer keurig uit te bouwen tot een gewonnen eindspel en daarmee was de 4½ punt die benodigd was voor de winst binnen. Meer werd het ook niet, want de partij van Bert ging verloren omdat de vrije witte a-pion waarop hij (en alle Steenwijkers met hem) hun hoop hadden gevestigd nog net door de zwarte koning kon worden tegengehouden. En Bert was inmiddels wat pionnetjes achter geraakt, die nu zijn vrijpion niet door kon lopen de strijd beslisten. Maar ook de krappe winst met 4½ - 3½ op een sterker geachte tegenstander was na het ruime verlies in de eerste ronde zeer welkom.
In de onderlinge competitie stonden de dag daarop acht duels op het programma. Nestor Wim Rehorst (85) won van benjamin Josse Gerner (11) die nog wat moeite heeft met`met het indelen van zijn denktijd.
John Folkers pakte tegen Frans van Emst te gretig een pionnetje, wat hem op een penning kwam te staan die hem een dame kostte en dus de partij.
In de overige partijen werd zwaar strijd geleverd. Waheeb Qatina had tegen Oeds Dijkstra de hele partij wat initiatief, maar door de taaie verdediging van Oeds bleef de strijd in evenwicht.
Met ieder 1 loper en 6 pionnen werd na 50 zetten tot remise besloten.
Ook Marcus Pliester en Henk Mante speelden remise. Henk verraste Marcus met een Poolse opening (1. d4 b5) . Marcus kreeg wat meer ruimte voor zijn stukken, maar verzuimde een sterke zwarte loper af te ruilen. Die werd vanaf dat moment alsmaar actiever, reden voor Marcus om op een remiseaanbod van Henk in te gaan. Gerald Bouw speelde tegen Roelof Kreulen een vierpaardenspel. tot de 20e zet ging de strijd gelijk op, toen maakte Roelof een paard van Gerald buit. Ook met een stuk minder verdedigde Gerald zich hardnekkig, maar uiteindelijk was de stelling voor hem niet te houden.
In de Italiaanse opening tussen Yung-Che Hu en Wolter Visscher beantwoordde Wolter een vroege paarduitval naar g5 niet op de juiste wijze en vanaf dat moment zat hij met de gebakken peren. Maar met taaie volharding en eigenlijk tegen beter weten in verdedigde Wolter zijn hopeloze stelling. En zowaar, Yung-Che verspeelde onnodig een kwaliteit. Even zag Wolter zelfs nog de winst gloren, maar zover liet Yung-Che het niet komen. De aanval van Wolter sloeg niet door, maar de vrijpionnen van Yung-Che kwamen ook niet verder vooruit, vandaar het vreedzame einde.
Auke van Urk vergiste zich tegen Martinus Scheeringa gigantisch in een gunstige stelling en zette de deuren naar zijn koningsstelling wagenwijd open. Dat zijn positie uiteindelijk nog net houdbaar bleek mag een wonder heten. In het eindspel waarin Auke een kwaliteit tegen twee pionnen had werden de witte winstpogingen overtuigend gepareerd , sterker nog: het was eerder Martinus die de overhand had. Maar met beiden nog een paar minuten bedenktijd zou doorspelen een loterij geworden zijn, remise dus.
Bert van Steenbergen, uit Limburg naar Steenwijk gekomen, beantwoordde het Siciliaans van Ingrid Jansen met de Vinken-opstelling (genoemd naar een Limburgse schaakcrack uit de jaren 50). De partij bleef lange tijd in evenwicht, maar na een grootscheepse afruil kon Bert met een toevallige combinatie een pionnetje winnen dat hem uiteindelijk de winst bracht.
Koploper Dick Stavast was verhinderd en door zijn winstpartij zit Bert van Steenbergen Dick op de ranglijst nu weer op de hielen.