ronde 28; Frans van Emst zet verdediger buiten spel

Ingrid Jansen, die vorige week nog een alleszins verdienstelijke remise scoorde tegen coryfee Jon Derks, was dit keer minder fortuinlijk. De snel spelende Yun-Che Hu zorgde al in de eerste paar zetten voor diep gepeins bij Ingrid. Toen zij in het middenspel wat tijd wilde inlopen, miste ze kansen, en in het eindspel drukte Yun-Che onhoudbaar door. Oeds Dijkstra heeft dit seizoen te weinig partijen gewonnen, maar als hij wint dan doet hij het overtuigend, zoals nu tegen Martinus Scheeringa. Oeds begon voorzichtig met het inpikken van een pionnetje, maar lokte even later de zwarte dame in de val, en stond zijn voordeel niet meer af. Jaap van der Hulst en Gerald Bouw speelden een leuke, open partij vol tactische mogelijkheden, waarbij Gerald helaas in de verdediging uiteindelijk wat te kort kwam. Roelof Kreulen en Henk Mante gingen na een Engelse opening in het middenspel woest tegen elkaar te keer, zonder dat dit tot een duidelijke uitkomst leidde. Zo goed en zo kwaad als het ging werden de overgebleven stukken gehergroepeerd voor het eindspel. Toen Henk eenmaal op kwaliteitsvoordeel wist te komen, was het einde voor wit in zicht. Aan de partij tussen Jon Derks en Geert Duiven kwam een abrupt einde, nog voor het middenspel goed en wel op gang was gekomen, omdat Geert, in een vlaag van schaakblindheid, zijn dame verspeelde. Marcus Pliester en Bert van Steenbergen maakten remise. Beide Fransen die de Schaakclub Steenwijk rijk is speelden hun f-opening in de voorhand: Frans de Groot de Stonewall tegen Auke van Urk; Frans van Emst de Leningrader tegen Dick Stavast. Bij Frans de Groot tegen Auke ging het een hele tijd gelijk op, tot op de 26e zet Auke met een tactisch grapje een pion won. Toen Frans naliet om zijn loper op de lange diagonaal te houden, wat hem betere remisekansen had geboden, kwamen de zwarte stukken vervaarlijk opzetten, en sneuvelden er enkele witte pionnen. Frans probeerde zich nog te redden in het eindspel, maar dat was kansloos. Frans van Emst nam de zwakke pion die Dick op c5 had geposteerd, op de korrel via een paard op a4. Nu kwam voor wit het beslissende moment om de stelling open te breken, want zwart had veel risico genomen door de dekking van deze zwakke broeder over te laten aan de dame. Maar wit liet het moment voorbijgaan, speelde de rustige zet c4, en kwam zodoende min of meer geforceerd met een slecht paard te zitten, dat op het laatst strandde op b2, en van daaruit geen kant meer opkon. En hoe goed Frans ook kan verdedigen, het houdt een keer op, zeker als er een belangrijke verdediger buiten spel staat.