Na de ontluisterende nederlaag met 6-2 tegen Westergoo heeft Steenwijk 2 met dezelfde cijfers Dokkum 3 weten te verslaan. Dat vond overigens nog een stuk spannender zijn beslag dan je uit de getallen zou opmaken. Martinus won vlot vanuit de opening en was – geheel tegen zijn gewoonte – vroeg klaar. Frans waagde een gokje in de opening maar omdat zijn tegenstander zich niet van de wijs liet brengen moest hij stevig in de verdediging en werd pas met een dubbelslag waarbij 2 stukken voor 1 toren vielen, de vrede getekend. Ook Dimitri deelde omstreeks dat moment in een gesloten stelling het punt. Yun-Che stond inmiddels beroerd. Hij speelde op een speciaal bord vanwege de visuele handicap van zijn tegenstander, en dat leidt altijd af. Een torenoffer om een dame te verschalken mislukte, omdat ook de eigen dame dan onder vuur kwam. Met behoedzaam tegenspel lukte het Yun-Che de kwaliteit te heroveren waarna de pluspion wellicht tot winst zou hebben geleid, maar …… zijn tegenstander gaf pardoes op. Halverwege dus verrassend met 3-1 voor, terwijl 3 van de 4 overige partijen er goed voor stonden. Alleen Jaap zat wat in de verdrukking op een open koningsvleugel. Het tij keerde daar plotsklaps, bij tijdnood voor Jaap, toen zijn rivaal in gewonnen stelling een loper verspeelde en opgaf. Aan Geert nu eigenlijk de stap om met een remiseaanbod de wint veilig te stellen, maar hij aasde op meer, hetgeen ook niet onterecht was want de vijandelijke koning stond lelijk op de tocht. Verwisseling van zetten kostte echter de ijzersterke witte loper waarna het eindspel wel verloren moest gaan. Tussenstand 4-2. Pieters tegenstander was niet tijdig aanwezig zodat de teamcaptain inviel. In het damegambiet verloor Pieter een pion maar kreeg hij daarvoor een sterke dreiging op de damevleugel. In een alles of niets poging lanceerde zijn tegenstander – die letterlijk en figuurlijk tot wanhoop was gebracht – een torenoffer op Pieters koning. Deze nam ruim bedenktijd om alle gevaren door te rekenen om tot de conclusie te komen dat het offer niet correct was. Dat bleek ook. Gerrit had zijn opponent al vanaf de opening in de tang. Een op b7 binnengevallen toren hield de koningstelling onder druk, terwijl ook langs die flank en door het centrum Gerrits stukken de druk opvoerden. Zijn dame stond triomfantelijk midden tussen vijandelijk stukken. Het was dus een kwestie van tijd, en die nam genoemde opponent omdat hij – zelfs nadat zijn patpoging was mislukt – pas opgaf toen hij mat stond.