Bekeren in Stiens

Bekerwedstrijd Jurjen Tolsma – SC Steenwijk De eerste dag van de meteorologische lente ploeterde een viertal Steenwijkers zich door storm en regen naar Stiens voor de eerste ronde van de FSB-bekercompetitie. Daar werden we ontvangen in de voormalige koetsruimte van café De Smalle Brug, een zaaltje dat sommigen van ons geschikter leek om echte paarden onder te brengen dan om het vierpaardenspel of zoiets op het bord te brengen. Veel spanning leverde deze bekermatch niet op. Na een zet of 10 kreeg Dick aan bord 1 al de gelegenheid om een loperoffer op h7 te brengen, dat binnen 20 zetten uitmondde in mat, met enige medewerking van zijn tegenstander. Ook Auke kreeg al vrij snel een stuk cadeau en kon de partij zonder veel problemen uitspelen. Dat betekende 2 – 0 en ook nog aan de eerste twee borden. De volgende ronde was dus al bereikt, want bij de bekercompetitie wordt bij een 2 – 2 – eindstand eerst de uitslag aan bord 4 geschrapt, dan die aan bord 3 enz. Niettemin werd aan bord 3 en 4 met volle overgave gestreden. Jon had in de opening een pion cadeau gekregen en even later offerde zijn tegenstander ook nog een stuk. Dat was echter bepaald geen cadeau, het resulteerde in een stelling waarbij Jon een dame en een paard had tegen twee zeer actieve torens ,een hele rits pionnen en een forse koningsaanval. Jon moest de hele avond zeer zorgvuldig spelen om zijn materiële overwicht tot gelding te brengen. Restte de partij van Marcus. Die was uitgemond in een lopereindspel waarin hij beslist beter stond. Zijn tegenstander had al eens remise aangeboden, maar dat had Marcus geweigerd. Helaas verbruikte Marcus in de knock-out-fase zoveel bedenktijd dat zijn tegenstander, die zelf niets anders hoefde te doen dan wat met zijn loper heen en weer spelen, hem door de vlag kon jagen. Ik heb het officiële FIDE-reglement er maar eens op nageslagen en volgens mij had Mrcus op grond van artikel 10.2 remise kunnen claimen: 10.2 Als de aan zet zijnde speler minder dan 2 minuten op zijn klok over heeft, dan mag hij remise claimen voor zijn vlag valt. Hij moet de klokken stilzetten en de arbiter waarschuwen. Als de arbiter er mee instemt dat de tegenstander geen poging doet de partij op een normale manier te winnen, of dat het niet mogelijk is om op een normale manier te winnen, dan moet hij de partij remise verklaren. Anders moet hij zijn beslissing uitstellen of de claim afwijzen. Als de arbiter zijn beslissing uitstelt, dan kan aan de tegenstander 2 minuten extra bedenktijd worden toegewezen en gaat de partij verder in aanwezigheid van een arbiter, indien mogelijk. De arbiter dient de uitslag mee te delen. Dit kan zowel later in de partij of nadat er een vlag is gevallen. Hij zal de partij remise verklaren als hij er mee instemt dat het niet mogelijk is de slotstelling op een normale manier te winnen, of dat de tegenstander niet voldoende geprobeerd heeft op een normale manier te winnen. Als de arbiter de claim heeft afgewezen krijgt de tegenstander twee minuten extra bedenktijd toegewezen. De beslissing van de arbiter inzake de artikelen 10.2 a, b en c is definitief. Wat dacht je, Marcus ? Je had hier toch je recht kunnen halen! De gedetailleerde uitslag was dus als volgt : Piet Hoogland – Dick Stavast 0 – 1 Joop Claus - Auke van Urk 0 – 1 Yme Brinksma – Jon Derks 0 – 1 Marten Kroondijk - Marcus Pliester 1 – 0 Jurjen Tolsma - SC Steenwijk 1 - 3